Les 21 december Omgaan met verschillen

Les  Als er zorgen zijn 
Boek Pedagogiek H3 en D,C&O H5 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
PDOMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les  Als er zorgen zijn 
Boek Pedagogiek H3 en D,C&O H5 

Slide 1 - Slide

- Welkom!
- Terugblik vorige les
- Veilig thuis
- Opvallend gedrag: wat is opvallend gedrag?
- Soorten opvallend gedrag 

Doel: aan het einde van de les kunnen de studenten vertellen
           wanneer we spreken van opvallend gedrag.  
Vandaag:

Slide 2 - Slide

Behandeld:
Profielboek Didactiek
Hoofdstuk 1. Voorbereiden van lesactiviteiten
             ~1.2 wordt niet in zijn geheel getoetst. Enkel de stof over het lvf. 

Huidig boek:
Profielboek Pedagogiek 
Ho. 3 Omgaan met verschillen 
Nodig voor de volgende les:
Basisboek Didactiek, Organisatie en Communicatie 
Hoofdstuk 5. Als het anders gaat 
                            ~nb: 5.4 wordt niet getoetst~  
Toetsstof blok 6

Slide 3 - Slide

Wie zijn er gemiddeld gezien meer gericht op samenwerken?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 4 - Quiz

Bij welke groep ontwikkelt de fijne motoriek zich gemiddeld sneller?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 5 - Quiz

Wie zijn er gemiddeld gezien sterker in wiskunde?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 6 - Quiz

Welke instantie of groep valt niet onder 'specialistische hulp'?

A
ZAT (Zorg AdviesTeam)
B
Jeugd GGZ
C
Pleegzorg
D
Ambulante jeugdhulp

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de drie basisbehoeften van een mens?

Slide 8 - Mind map

                                            Je krijgt zo meteen zeven vragen.

Advies:
1: Lees de vraag en denk eerst na wat jij nu zou antwoorden wanneer je een toets            zou hebben;
2: Zoek het antwoord online op of gebruik je boek.
3: Schrijf het antwoord op.

Doel: op deze manier ben je op meerdere manieren bezig om theorie eigen te maken: nadenken over de vraag (voorkennis ophalen), opzoeken (begrijpend lezen,  belangrijke informatie uit een tekst halen) en opschrijven (nadenken over de net gelezen theorie en deze omzetten in jouw tekst).
 
3.2 Zorgverbreding

Slide 9 - Slide

1- Wat is Veilig thuis?
2- Wanneer bel je Veilig thuis?
3- Hoe vaak komt kindermishandeling voor in Nederland?
4- Wanneer is veilig thuis bereikbaar en wat kost bellen?
5- Hoe werkt Veilig thuis?
6- Wat kunnen signalen zijn van huiselijk geweld/mishandeling?
7- Wat wordt er verstaan onder de meldcode?

Antwoorden komen in de sheets hier na.
3.2 Zorgverbreding

Slide 10 - Slide

1- Advies-en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
2- Bij zorgen en vermoedens van geweld of mishandeling of voor advies (kan
     anoniem)
3- 119.00 kinderen (op een klas van 30 -1 kind)
4- 7 dagen per week , 24 uur en is gratis
5- De medewerker luistert naar je verhaal, stelt vragen en beantwoordt jouw vragen;
De medewerker kijkt samen met jou of er iets is wat jij zelf kunt doen;
Komen jullie tot de conclusie dat de situatie te lastig is? Dan kan de medewerker je helpen om een melding te maken van je vermoedens. Dit kan anoniem;
Op basis van de melding doet Veilig Thuis zelf onderzoek naar de situatie of roept ze de hulp in van een lokale hulpverlener, zodat het gezin geholpen kan worden;
Als je melding maakt, vertelt Veilig Thuis wat er met de melding gaat gebeuren. 
3.2 Zorgverbreding

Slide 11 - Slide

6-bijv.: Opvallend gedrag, schrikken van aanrakingen, vaak verwondingen, gekke verklaringen daarvoor, onverzorgd, dierenmishandeling... 
  
Vraag 7 op de volgende sheet
3.2 Zorgverbreding

Slide 12 - Slide

 Stap 1: In kaart brengen van signalen.

Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig thuis (het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling).

Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).

Stap 4: Wegen (dus nadenken) van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Heb ik op basis van stap 1 t/m 3 een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling? Heb ik een vermoeden van acute of structurele onveiligheid?

Stap 5: Neem 2 beslissingen:
Is melden noodzakelijk? Melden is noodzakelijk als er sprake is van acute of structurele onveiligheid.
Is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk? Hulp verlenen is mogelijk als:
    De professional in staat is om effectieve/passende hulp te bieden of te organiseren.
    De betrokkenen meewerken aan de geboden of georganiseerde hulp.
    De hulp leidt tot duurzame veiligheid.
Indien hulp verlenen op basis van één van deze punten niet mogelijk is, is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk.
De meldcode kent vijf belangrijke stappen:

Slide 13 - Slide

5.1 Opvallend gedrag

Slide 14 - Slide

5.1 Opvallend gedrag

Slide 15 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Opvallend gedrag

Slide 16 - Slide

Opvallend gedrag

Het gedrag valt op doordat het afwijkt van het verwachte gedrag van kinderen in een bepaalde ontwikkelings- en leeftijdsfase.
 
We vergelijken het gedrag dat we zien dus met wat we mogen verwachten op basis van ontwikkeling of leeftijd om te bepalen of we kunnen spreken van afwijkend gedrag.

5.1 Opvallend gedrag

Slide 17 - Slide

Verschillende vormen van opvallend gedrag:
 
● Druk gedrag
● Opstandig gedrag
● Grensoverschrijdend gedrag
● Teruggetrokken gedrag
● Onverschillig gedrag
● Oneerlijk gedrag
● Dromerig gedrag

In de volgende sheets bekijken we de bovenstaande soorten van opvallend gedrag.

5.1 Opvallend gedrag

Slide 18 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: als beweeglijk gedrag past bij leeftijd/ geslacht
Opvallend: het gedrag is altijd aanwezig, storend en is niet
                       passend bij de leeftijdsfase van het kind.
 
Voorbeelden:
- Moeite met rustig spelen
- Aan 1 stuk door praten
- Vaak kleine ongelukjes hebben
- Niet op de beurt kunnen wachten

Druk gedrag

Slide 19 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: karaktereigenschap, koppigheidsfase peuters en
                    pubers
Opvallend: langdurig boos/ opstandig

Voorbeelden:
- past niet bij leeftijd
- driftbuien/ vaak ruzie
- regels weigeren
- andere irriteren/ prikkelbaar gedrag

Opstandig gedrag

Slide 20 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: opzoeken van grenzen en experimenteren bij zichzelf.
Opvallend: anders dan opstandig gedrag: heel duidelijk tegen
                       een ander gericht, en met opzet schade aangericht

Voorbeelden:
-lichamelijke en geestelijke mishandeling
-seksueel misbruik
-slaan, schoppen, bijten met als doen anderen pijn doen.

Grensoverschrijdend gedrag

Slide 21 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: stiller/ verlegen/ minder aanwezig
Opvallend: als het kind er zelf last van heeft

Voorbeelden:
-extreem teruggetrokken
-gevolg tot depressie/ sociaal isolement
-normaal open en aanwezig → ineens teruggetrokken (scheiding/ ingrijpends)
-niet altijd op alle plekken hetzelfde gedrag
→ Observeren, in gesprek gaan (ouders betrekken)

Teruggetrokken gedrag

Slide 22 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: een kind doet op sommige momenten alsof zaken
                   hem/haar niet interesseren.
Opvallend: houding in de vorm van verzet
 
Voorbeelden:
-halen van slechte cijfers doet het kind niets → hekel aan school 
-dezelfde reactie op het gezicht, wat er ook gebeurt


Onverschillig gedrag

Slide 23 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: een keer liegen/oneerlijk om bestwil
Opvallend: vaak liegen/ stelen

Het kan zijn dat de waarheid te naar is voor het kind om te accepteren

Expres liegen/ stelen, waar anderen last van hebben → niet op tijd aangepakt? → grote kans op criminaliteit 
Oneerlijk gedrag

Slide 24 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: bang voor spoken, spinnen/ tandarts
Opvallend: ander, dieper liggende angst
 
Voorbeelden:
-alleen gelaten te worden/ afgewezen te worden
-angst verborgen houden → kind laat ander opvallend gedrag
  zien → bv. opstandig/ teruggetrokken
-faalangst → bang fouten te maken 
Angstig gedrag

Slide 25 - Slide

5.1 Opvallend gedrag
Normaal: rustig, meegaand/ af en toe dromerig

Opvallend: altijd dromerig gedrag

Voorbeelden:
-richt zich op wat anders dan er verwacht wordt
-werk komt niet op tijd af/ achterlopen leerstof
-motivatieverlies en negatief zelfbeeld 


Dromerig gedrag

Slide 26 - Slide