This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom in de geschiedenisles!
Slide 1 - Slide
Leven van de Natuur
Op zoek naar voedsel
Geschiedenis - BK 1
Slide 2 - Slide
Lesplanning
1. begrippenlijst
2. Herhaling
3. van jager naar boer
4. opdracht
5. afsluiting
Slide 3 - Slide
Begrippenlijst
1. de boer
2. de landbouw
3. de akkerbouw
4. het vee
5. de bezittingen
6. de klimaatverandering
7. de ploeg
Slide 4 - Slide
Nog een keer Jager-verzamelaars
Slide 5 - Slide
Wat is een Neanderthaler?
A
een wapen
B
een soort mens
C
een dier
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
De eerste mensen leefden in grote steden in huizen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
De eerste boeren
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
00:22
Waar was de eerste landbouw
A
Europa
B
het Midden-Oosten
C
Afrika
Slide 12 - Quiz
00:38
Waaruit bestaat landbouw
A
Akkerbouw en Veeteelt
B
Akkerbouw en Tuinbouw
C
Veeteelt en Jagen
D
Jagen en Tuinbouw
Slide 13 - Quiz
01:27
Waarom leefden boeren op 1 plek?
A
Omdat ze wisten dat ze volgend jaar eten hadden
B
omdat ze geen zin hadden om te verhuizen
C
omdat ze niet dieren moesten jagen
Slide 14 - Quiz
02:01
Waarom hadden boeren veel spullen en jagers niet?
A
omdat ze veel wilden hebben
B
omdat ze op 1 plek leefden
C
omdat ze slimmer waren
Slide 15 - Quiz
Jagers worden boer
10.000 V.Chr --> klimaatverandering
Warmer en droger
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Landbouw
Verzorgen en planten van graan -->akkerbouw
Houden en tam maken van dieren --> veeteelt
Akkerbouw + veeteelt --> landbouw
(Lanbouw revolutie)
Slide 19 - Slide
Jagers worden boer
Door de overgang van een nomadische levensstijl naar er een op een vaste plaats kregen boeren meer bezittingen zoals potten en gereedschap, bijvoorbeeld een maalsteen.
Op tabletten van klei werd er geschreven over bijvoorbeeld gemaakte afspraken (3000 V.Chr.)
Slide 20 - Slide
wat hebben wij geleerd?
1. waarom de mensen aan landbouw gingen doen
Slide 21 - Slide
Opdracht: Schrijf een dag van een boer
Leg uit hoe een dag van een boer eruit zag:
1. Hoe laat stond een boer op?
2. Wat deed een boer op een dag?
3. Wat deed een Jager wel, wat een boer niet deed?