H1.3 Waarvoor zorgde de natuur? (deel 2A)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

H1 'Lage landen aan de zee'

cursus 1.3 'Waarvoor zorgde de natuur?'

Planning

• Lesdoelen vorige les
• Lesdoelen deze les
• Instructie / zelfstandig werken
• Aan de slag
• Lesdoelen evalueren

Herhaling lesdoelen 1.2

1. Noem de 7 landschappen.
2. Noem van elk landschap een kenmerk

Welke landschappen liggen in Laag-Nederland?

1. Duin-, rivierklei -en laagveenlandschap.
2. Laagveen-, zeeklei -en duinlandschap.
3. Zand-, rivierklei- en zeekleilandschap.
4. Hoogveen-, zeeklei -en duinlandschap.

Welke landschappen liggen in Hoog-Nederland?

1. Hoogveen-, zand-, rivierklei -en lösslandschap.
2. Zand-, laagveen-, rivierklei -en lösslandschap.
3. Zeeklei-, hoogveen, duin -en zandlandschap.
4. Löss-, hoogveen-, duin -en zandlandschap.

Lesdoelen 1.3

•    Je kunt het begrip natuurlandschap uitleggen.

•    Je weet welke 3 elementen de landschappen in Nederland hebben

       gevormd.

 •    Je kunt uitleggen hoe de verschillende landschappen zijn ontstaan:

       zandlandschap, löslandschap, (rivier -en zee)kleilandschap, 

       duinlandschap, (laag -en hoog)veenlandschap.

Zelfstandig / Instructie volgen

1) Zelfstandig werken:

•Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).

•Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.

•Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.

•Tijdens de instructie ben je stil!

•Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

2) Instructie volgen:

•Je doet mee met de uitleg.

•Je maakt aantekeningen als dat nodig is.

•Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Zelfstandig / Instructie volgen

3) Uitleg kijken:

• Log in op ItsLearning / vak: GsAk (Vir/Gri) / Bronnen / Filmpjes / Filmpjes 2 kader.
  
• Bekijk de filmpjes: Ontstaan duinlandschap, zeekleilandschap, rivierkleilandschap (laag -en hoog)veenlandschap, zandlandschap, en lösslandschap. (ong. 15 min.)
  
• Maak aantekeningen over het ontstaan van de verschillende landschappen!
  
• Je maakt dezelfde opdrachten als degene die de instructie volgen.
• Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden.
  

Hoe zijn de verschillende landschappen ontstaan?

Ontstaan van de natuurlandschappen:

= landschap dat door de natuur is gemaakt.

• Wind, water en ijs hebben de landschappen in Nederland gevormd.
  

https:

Ontstaan zand/löss landschappen:

• Zandlandschap is ontstaan door de wind en het ijs die het zand meenamen .

• Lösslandschap is ontstaan door door de wind. Löss werd door de wind meegenomen en naar Zuid-Limburg geblazen.
  

Ontstaan van de kleilandschappen

• Zeekleilandschap: is ontstaan door overstromingen van de zee. Deze legde steeds een nieuw laagje klei neer.

• Rivierkleilandschap: is ontstaan door overstromingen van de rivier. Deze legde grind, zand en klei neer.

Ontstaan duin/veenlandschappen

• Laag -en Hoogveenlandschap: is ontstaan door dode plantenresten die onder water bleven, waardoor ze niet gingen rotten.

• Duilandschap: is ontstaan door de wind die het zand van het strand blaast, waardoor er hoopjes zand ontstaan.

Aan de slag

Maken:

• Cursus 1.3 blz. 20 t/m 25 opdr. 2, 3, 4, 5, 6, 8
• Begrippen en betekenissen

Klaar:

• Alle blauwe opdr.
• Verdieping blz. 34, 35
  
• Topografie blz. 36, 37
  

Evaluatie Lesdoelen 1.3

• Je kunt het begrip natuurlandschap uitleggen.

• Je weet welke 3 elementen de landschappen in Nederland hebben

       gevormd.

• Je kunt uitleggen hoe de verschillende landschappen zijn ontstaan:

       zandlandschap, löslandschap, (rivier -en zee)kleilandschap,

       duinlandschap, (laag -en hoog)veenlandschap.