Les 14 Spinnen

Les 14: Spinnen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 8

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Les 14: Spinnen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

A. Twee – Vier – Acht 

Slide 3 - Slide

Lesboek

Slide 4 - Slide

Les 14 Opdracht 1 Vraag 1
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Antwoord Opdracht 1 Vraag 1
twee gedeeltes
vier paar ogen
acht poten

Slide 6 - Slide

Quiz

Slide 7 - Slide

Uit welke gedeeltes bestaat het lichaam van een spin?
A
kop-borst en achterlijf
B
kop en achterlijf
C
borst en achterlijf

Slide 8 - Quiz

In de kop zit alleen het mondgedeelte en 4 paar ogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Hoeveel poten heeft een spin?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 10 - Quiz

Met de 2 achterste ogen weet de spin of zijn prooi dichtbij genoeg is om te bespringen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Poten van spinnen zijn harig en hebben ook kleine klauwen om dingen mee te grijpen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

B. Spinnenweb

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Lesboek

Slide 15 - Slide

Quiz

Slide 16 - Slide

Waarom maken spinnen spinnenwebben?
A
om in te slapen
B
om bezig te zijn
C
om hun prooi mee te vangen
D
A, B en C zijn geod

Slide 17 - Quiz

Sommige spinnen hangen hun (kleverige) webben .....
om vliegende insecten te vangen.
A
laag
B
hoog

Slide 18 - Quiz

Sommige spinnen bouwen hun web op de grond, om bijvoorbeeld sprinkhanen te vangen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Sommige spinnen produceren lange webdraden om met de wind mee te vliegen naar een andere plek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

C. Op jacht!

Slide 21 - Slide

Lesboek

Slide 22 - Slide

Les 14 Opdracht 1 Vraag 2
en Opdracht 2 Vraag 1
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Opdracht 1 Vraag 2
2
1
5
3
4

Slide 24 - Slide

Quiz

Slide 25 - Slide

Spinnen zijn jagers.
Het zijn ......

Slide 26 - Open question

Wat is het voedsel van spinnen?

Slide 27 - Open question

Er zijn soorten spinnen, die niet met een web jagen, maar rekenen op gif.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Een spin kan met het ..... de prooi verlammen, waardoor hij zich niet meer kan bewegen.

Slide 29 - Open question

Hoe weet een spin dat hij de prooi gevangen heeft?
A
Hij gebruikt zijn ogen om goed te zien
B
hij kan de prooi ruiken
C
hij voelt door trillingen

Slide 30 - Quiz

De spin spuit een soort maagzuur in het gevangen insect. Dit zuur verteert de ingewanden van het insect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Einde les

Slide 32 - Slide

EXTRA
10 grootste spinnen ter wereld

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video