Herhaling PTA 2

Herhaling
kracht, beweging en energie
Lesplanning:
  1. Klassikaal:
    - oefenopgave 1 rekenen snelheid
    - uitleg krachten ontbinden
    - oefenopgave 2 bergbeklimmen
    - oefenopgave 3 slepen
  2. Zelfstandig voorbereiden CTW 2
    examenopgave Buckeye Bullet
  3. Herhaling energie a.d.h.v. klassikale opgaven
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Herhaling
kracht, beweging en energie
Lesplanning:
  1. Klassikaal:
    - oefenopgave 1 rekenen snelheid
    - uitleg krachten ontbinden
    - oefenopgave 2 bergbeklimmen
    - oefenopgave 3 slepen
  2. Zelfstandig voorbereiden CTW 2
    examenopgave Buckeye Bullet
  3. Herhaling energie a.d.h.v. klassikale opgaven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Datum
Lesstof
Maakwerk
do 11/1
H2, H4 en H9
Kracht, beweging en energie
Examenopgaven:
- Buckeye Bullet
vr 12/1
H10 en H13
Zonnestelsel en heelal
...

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding
oefenen, oefenen, oefenen, ... 
Maar niet met examens 2021 en 2022. 
Die bewaren we voor de examentraining.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


De resulterende kracht wordt steeds ... in de figuur hiernaast.
A
groter
B
kleiner

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Oefenopgave 1 - remmen
Een auto rijdt met een snelheid van 90 km/h over een weg. Omdat er een file vormt, trapt de automobilist op zijn rem en komt de auto na 100 meter tot stilstand. Bereken de vertraging van de auto tijdens het remmen. Neem aan dat deze constant is.
timer
7:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de normaalkracht als de slee wordt voortgetrokken?
A
Deze blijft gelijk
B
Deze wordt groter
C
Deze wordt kleiner
D
Te weinig informatie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

F1 = 9 N, F2 = 12 N
Hoe groot is Fres?
A
225 N
B
C
4,58 N
D
15 N

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Krachten ontbinden
Het blok heeft een massa van 20 kg. 
Bepaal de spankracht in beide touwen.
Fz=m9,81=209,81=196,2N

Slide 8 - Slide

Meetekenen in het schrift.
Krachten ontbinden
in en loodrecht op de beweegrichting.

Een skilift beweegt met een versnelling van 0,7 m/s² naar boven. Op de skilift werkt een zwaartekracht van 2000 N en een motorkracht van 2500 N.
Bereken de de wrijvingskracht.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Oefenopgave 2 - bergbeklimmer
Een bergbeklimmer met een massa van 75 kg gebruikt een touw om tegen een bergwand op te lopen. Op een bepaald moment staat de bergbeklimmer stil tegen de bergwand. De berg heeft een helling (α) van 50 graden. De hoek tussen de helling en het touw (β) is gelijk aan 35 graden. De bergbeklimmer heeft net genoeg grip. De wrijving tussen de schoenzolen en de bergwand heeft een wrijvingscoëfficiënt van 0,8. 
Bereken de spankracht.

timer
10:00
Tip
De normaalkracht is 756 N

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Oefenopgave 3 - slepen
Eva trekt een blok met een massa van 5,0 kg voort aan een touw (hoek van 20 ⁰ met de horizontaal). Het blok versnelt van 0,6 m/s naar 2,3 m/s.  Verwaarloos de wrijving.
  1. Bereken de arbeid die Eva heeft geleverd. 
    (voor de vakantie al gedaan)
  2. Bereken de afstand die Eva heeft afgelegd gedurende de versnelling.
timer
8:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden CTW
examenopgave 'Buckeye Bullet'

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Herhaling energie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hiernaast zien we het (v,t)-diagram van een remmende motorfiets. De motorfiets met passagier heeft een totale massa van 270 kg.
Bepaal met behulp van het diagram de warmte die is ontstaan tijdens het remmen.
=
Ek,begin
Ez, begin
W
Eveer
Eveer
Q
Ech
Ek,eind
Ez, eind

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Een karretje in een achtbaan daalt met verwaarloosbare beginsnelheid af van punt C naar punt D. Punt G bevindt zich 15 meterboven punt D.
Ga na met welke snelheid punt G bereikt wordt. Verwaarloos de wrijvingskracht.
=
+
Ek,D
Ez, C
W
Eveer
Eveer
Q
Ech
Ek,G
Ez, G

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Een atleet land na een sprong op een mat.
Hiernaast is de veerkracht van de mat tijdens het neerkomen
en terugveren weergegeven. Hoe bepaal je met behulp van
het diagram hoeveel energie van de atleet geabsorbeerd
is door de mat.
A
Aflezen
B
Oppervlakte
C
Raaklijn

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een goede kogelstoter wil tijdens het stoten over een zo lang mogelijke afstand contact houden met de kogel.
Leg uit waarom dit een goede strategie is.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Benzineverbruik
Een auto rijdt 10 seconden lang met een constante snelheid van 130 km/h. De totale weerstand op de auto is 1,66 × 10³ N en de motor van de auto heeft een rendement van 40%. Bereken hoeveel mL benzine er verbrand is.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Een auto versnelt vanuit stilstand met een constant vermogen. Leg uit of de motorkracht tijdens deze beweging gelijk blijft, groter wordt of kleiner wordt.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Scooter
Een motor van een scooter levert een kracht van 300 N over 100 meter, weerstandskracht bedraagt 100 N. Massa scooter en berijder is 220 kg. Scooter vertrekt vanuit stilstand. 

a. Bereken de eindsnelheid.
b. Bereken de snelheid als het  het eindpunt van weg (verticaal) 5 m hoger ligt.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
zonnestelsel en heelal
Lesplanning:
  1. Herhaling cirkelbwegingen-zonnestelsel
  2. Oefenopgave ATC
  3. Kahoot: astrofysica
  4. Opgave ...
  5. Afsluiting 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Herhaling H7 cirkelbanen

Lesplanning:

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Eenparige cirkelbeweging

Slide 23 - Slide

Eenparige cirkelbeweging; v is constant (richting veranderd)
Hoe kan de baansnelheid bepaald worden?
Omlooptijd en baanstraal (midden van de planneet)
Hoe rolt de bal verder?
A
A
B
B
C
C

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

middelpuntzoekende kracht
Fmpz=rmv2

Slide 26 - Slide

Straal tot het middelpunt.
Waarom vlieg je bij een te hoge snelheid uit de bocht?

Slide 27 - Slide

De wrijvingskracht is kleiner dan de benodigde middelpuntzoekende kracht.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Oefenopgave 1
Een satelliet die door de buitenste lagen van de
atmosfeer rondcirkelt, ondervindt een kleine
wrijvingskracht. Als hij geen aandrijfmotor heeft, zal
hij daardoor in een steeds lagere baan rond de aarde
gaan cirkelen en uiteindelijk op de aarde neerstorten.
Op een bepaald moment bevindt de satelliet
zich op een hoogte van 400 km boven de aarde. 

Bepaal op dit moment het hoogteverlies per omwenteling  om de aarde. Bereken hiervoor
eerst hoe lang een omwenteling  op deze hoogte duurt. 
timer
15:00
Tip
Via F_mpz = F_g kom je tot:

T = wortel (4*pi²*r³ / (G*M))

Probeer dit zelf af te leiden. Gebruik deze afleiding vervolgens om de omlooptijd te bepalen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Een speelgoedautootje (zonder motor) komt met een bepaalde snelheid aanrijden, gaat door een looping en rijdt daarna verder. De wrijving is verwaarloosbaar. Waar is de middelpuntzoekende kracht op het autootje het grootst?
A
Plaats A
B
Plaats B
C
Plaats C

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

Wanneer je net rond gaat duwt de achtbaan bovenaan niet tegen de baan dus de baan ook niet tegen de achtbaan, er is geen normaalkracht. De middelpuntzoekende kracht is dus gelijk aan de zwaartekracht. 
Maak je de looping met een grotere snelheid, dan wil het karretje bovenin nog rechtdoor gaan dus duwt de baan terug, is er een normaalkracht en is de middelpuntzoekende kracht Fz + Fn


  • De gravitatie-energie is gelijk aan de arbeid die de gravitatiekracht verricht tijdens het vallen naar het oppervlak van een hemellichaam.
  • Het nulpunt van de gravitatie-energie is gekozen op een oneindig grote afstand van het hemellichaam.
  • De gravitatie-energie is altijd negatief.    
Eg=GrmM
Gravitatie-energie

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Gravitatie-energie
Eg=rmMG
Ontsnappingssnelheid
Ek,begin+Eg,begin=0
vontsnapπng=r2MG

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Twee satellieten P en Q draaien in cirkelbanen rond de aarde. De afstand van Q tot het middelpunt van de aarde is 2 x zo groot dan die van P. De massa van Q is 2 maal zo groot dan die van P.
De gravitatie-energie van P is –2,0∙10⁹ J.
Hoe groot is de gravitatie-energie van Q?

A
–8,0∙10⁹ J
B
–4,0∙10⁹ J
C
–2,0∙10⁹ J
D
–1,0∙10⁹ J

Slide 38 - Quiz

Voor Q geldt: 
r 2x zo groot 🡪 Eg 2 keer zo klein
m 2 x zo groot 🡪 Eg 2 keer zo groot

Antwoord C
Van een planeet is bekend dat haar massa en haar straal elk
2 x zo groot zijn dan die van de aarde.
De grootte van de ontsnappingssnelheid vanaf het oppervlak van deze planeet vergeleken met die van het aardoppervlak is dan

A
2x zo klein
B
even groot
C
√2 keer zo klein
D
√2 keer zo groot

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Oefenopgave 2
Een satelliet beschrijft een cirkelbaan rond de aarde op een hoogte h. De baansnelheid van de satelliet is vb en de ontsnappingsnelheid van de satelliet is vo
Toon aan dat geldt:

vbvo=2
timer
7:00

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Fg=Fmpz
Gr2mM=rm(vb)2
Ek+Eg=0
1/2mv2rmMG=0

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Oefenopgave 3
De satelliet Artemis met een massa van 3,2*10² kg werd in juli 2001 gelanceerd door ESA en in een geostationaire baan (h = 36*10³ km) rond de aarde gebracht. Bereken hoeveel arbeid er tegen de zwaartekracht in verricht moest worden om deze satelliet in zijn baan te brengen.

timer
7:00

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Oefenopgave 2
A. Bereken op welke hoogte vanaf het aardoppervlak een geostationaire satelliet zich bevindt. 

De satelliet heeft een massa van 100 kg en een raket met
een vermogen van 200 kW. Het rendement van de raket is 35%. 
B. Bereken in welke baan de satelliet terecht komt wanneer
de satelliet (in de geostationaire baan ) 25 minuten lang
de motor aanzet. 

timer
10:00

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Tips
  • Geostationaire baan: Fmpz = Fg
  • Gebruik massa van het stilstaande object (M) en massa van het bewegende object (m)


Zwaartekracht is een vereenvoudigde formule van gravitatiekracht. Zwaartekracht gebruiken tot hoogte vliegtuig.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Oefenopgave ATV
timer
25:00

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Kahoot
astrofysica

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden CTW
...

Slide 49 - Slide

This item has no instructions