This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Oefentoets Hoofdstuk 8
Slide 1 - Slide
Hoe Schrijf je 18 200 000 000 . Kies het juiste antwoord
A
18,2 miljoen
B
18,2 miljard
C
182 miljard
D
182 miljoen
Slide 2 - Quiz
Schrijf de getallen met alleen cijfers. 4,05 miljoen 0,35 miljard
Slide 3 - Open question
Zet de volgende bytes op basis van groot naar klein:
412 PB
10 TB
1 GB
2900 MB
8 KB
15000 Byte
Slide 4 - Drag question
Hoe schrijf je 5,2 × 10 (ook wel getypt als 5,2 x 10^6)
6
A
19770,6...
B
526
C
5200000
D
52106
Slide 5 - Quiz
Schrijf in wetenschappelijke notatie 0,00002134 567000000
Slide 6 - Open question
Reken uit en schrijf in wetenschappelijke notatie 753 × 8642× 4680
Slide 7 - Open question
80,7 dagen = … dagen en … uur en … minuten
Slide 8 - Open question
68,6 uur = … dagen, … uur en … minuten
dagen
Uren
Minuten
32
3
2
36
5
20
22
Slide 9 - Drag question
Sjoerd gaat op de fiets naar zijn vriendin. Hij heeft om 19:30 uur met haar afgesproken. Hij fietst 14 km. Hij vertrekt om 18:45 uur. Sjoerd fietst gemiddeld 20 km per uur. Hoelaat komt hij aan bij zijn vriendin?
Slide 10 - Open question
Reken om 15 m/s = 120 km/uur =
A
50 km/uur
30 m/s
B
4,2 km/uur
432 km/uur
C
4,2 km/uur
33.3 m/s
D
54 km/uur
33.3 m/s
Slide 11 - Quiz
Schilder Willemse maakt 10 liter verf. Hij mengt twee delen blauw, een deel geel en vijf delen rood. a Hoeveel liter blauwe verf heeft hij nodig? b Hoeveel liter rode verf heeft hij nodig? c Bereken het percentage gele verf.