les 3 do 13 april

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
-Terugblik vorige les (wat weet je nog).   
-Verder met de uitleg van de leerdoelen van deze week.   
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Slide

Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 3 - Quiz

Welk percentage van je bloed bestaat uit bloed plasma?
A
30
B
45
C
55
D
75

Slide 4 - Quiz

Bloed bestaat uit?
A
Bloedsplasma, rode bloedcellen en witte bloedcellen
B
Bloedplasma, rode bloedcellen, water en bloedplaatjes
C
Bloedplasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
Roze bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes

Slide 5 - Quiz

Het bloed zit in ons lichaam in bloedvaten.
De bloedvaten zijn ...
A
haarvaten
B
slagaders
C
aders
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Een bloedvat heeft een dikke wand.
Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 7 - Quiz

Op de rugzijde van je hand zijn vaak bloedvaten te zien. Deze bloedvaten liggen dicht onder de huid.

Wat voor bloedvaten zijn dit?

A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders

Slide 8 - Quiz

Bloedvat 1 is...
Bloedvat 2 is...
Bloedvat 3 is...
A
1. Ader 2. Haarvat; 3 slagader
B
1. slagader, 2. ader; 3. haarvat
C
1. Haarvat; 2. slagader; 3. ader
D
1. Slagader; 2. haarvat; 3. Ader

Slide 9 - Quiz

Welk bloedvat of welke bloedvaten heeft of hebben kleppen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 10 - Quiz

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt bloedvaten in het bloedvatenstelsel benoemen.
-Je kunt de dubbele bloedsomloop beschrijven.

Slide 11 - Slide

-Je kunt bloedvaten in het 
bloedvatenstelsel benoemen.
Hoe zit dit in elkaar en wat zijn de uitzonderingen:
-aorta
-poortader
-kransslagader en aders
-onderste en bovenste holle aders

Wat is zuurstof rijk en wat arm?
Grote / kleine bloedsomloop?

Slide 12 - Slide

-Je kunt de dubbele bloedsomloop beschrijven.
We hebben een dubbele bloedsomloop. Die bestaat uit de een kleine en een grote bloedsomloop. 

Slide 13 - Slide

-Je kunt de dubbele bloedsomloop beschrijven.

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Leerdoelen:
-Je kunt bloedvaten in het bloedvatenstelsel benoemen.
-Je kunt de dubbele bloedsomloop beschrijven.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B3.
-Te maken: thema 3 basisstof 3 (3.3).
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Slide 16 - Slide

Afsluiting.
Volgende les verder met thema 3. (Boek A)

Huiswerk:  B3 t/m vraag..

Nu nog de dia met linkjes naar extra uitleg en oefenmateriaal. 



Slide 17 - Slide