Les 49

Startklaar: jas uit, telefoon in rugzak. Rugzak op grond. Vandaag nodig: eerst leesboek, daarna laptop + kernboek. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startklaar: jas uit, telefoon in rugzak. Rugzak op grond. Vandaag nodig: eerst leesboek, daarna laptop + kernboek. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Startklaar: zitten op plattegrond

Jas uit, telefoon in rugzak. Rugzak op grond. Boek, schrift, pen op tafel. Klaarzitten. Luisteren  
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Vandaag
Samen lezen Alaska

Daarna les 49
Blz.102/103

Als we klaar zijn met lezen, pak je pas je laptop + je kern-boek


Slide 4 - Slide

Pak je boek 

Luister en lees mee


Slide 5 - Slide

Login + blz. 102
We gaan het twee lessen hebben (hst 49 en 50) over tekstverbanden: je leert hoe je signaalwoorden gebruikt om verbanden in een tekst te herkennen 




Slide 6 - Slide

Leerdoelen
R: Ik weet wat signaalwoorden zijn voor de tekstverbanden tijd, opsomming en tegenstelling 
T1: Ik kan de signaalwoorden voor tijd, opsomming en tegenstelling herkennen in een tekst 
T2: Ik aan passend signaalwoord voor tijd, opsomming en tegenstelling invullen in een zin 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Kortom

Aan een tekstverband zie je wat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar te maken hebben.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Kijk naar vraag 5 van je boek: welke woorden passen bij het tekstverband opsomming?

Slide 13 - Open question

Kijk naar vraag 5 van je boek: welke woorden passen bij het tekstverband tegenstelling?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is het signaalwoord + welk tekstverband :
Voordat ik ga schrijven zoek ik informatie op internet.

Slide 18 - Open question

Wat is het signaalwoord + welk tekstverband :
Daarna leef ik mij in de hoofdpersoon in.

Slide 19 - Open question

Welk woord past hier (tekstverband tijd):

Ik liep naar beneden, ......... viel ik van de trap
A
hoewel
B
vervolgens
C
voordat
D
nadat

Slide 20 - Quiz

Welk woord past hier (tekstverband opsomming):

Ik houd van peer, sinaasappel .... banaan
A
en
B
maar
C
ook
D
bovendien

Slide 21 - Quiz

Welk woord past hier (tekstverband tegenstelling):
.... ik goed had geleerd, heb ik de toets niet gehaald.
A
Ten eerste
B
Maar
C
Toch
D
Hoewel

Slide 22 - Quiz

Zelf maken 
Vraag  8, 9

Als je klaar bent vraag 11 

Slide 23 - Slide

Geleerd?
R: Ik weet wat signaalwoorden zijn voor de tekstverbanden tijd, opsomming en tegenstelling
T1: Ik kan de signaalwoorden voor tijd, opsomming en tegenstelling herkennen in een tekst
T2: Ik aan passend signaalwoord voor tijd, opsomming en tegenstelling invullen in een zin 

Slide 24 - Slide

Fijn weekend!

Slide 25 - Slide

Gedrag dat ik wil zien
In 3 minuten: lokaal in, zitten op plattegrond, boek schrift, pen op tafel,  jas uit, telefoon in je rugzak. 

Meedoen met de les: niet naar elkaar kijken of praten. 
Als je opdracht krijgt, ga je dat maken. 

Slide 26 - Slide

Anders:
1. Waarschuwing
2. Strafwerk
3. Eruit (dan krijg je strafwerk, worden je ouders gebeld en moet je een uur terugkomen)
4. Gesprek adjunct met je ouders als te vaak eruit 
Let op: als je strafwerk niet gemaakt hebt, kom je de les niet meer in de volgende keer. Dan ben je er dus uitgestuurd. 

Slide 27 - Slide

??

Slide 28 - Mind map

Aan de slag

Slide 29 - Slide