telefoon beantwoorden in de praktijk

Even checken
Hoe voer je een klachtengesprek?
Hoe ga je om meet agressie?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Even checken
Hoe voer je een klachtengesprek?
Hoe ga je om meet agressie?

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste volgorde van het voeren van een klachtgesprek?
Toon begrip voor de emotie
Zoek een oplossing
Zeg sorry
Laat de klant zijn verhaal doen
Voor uit was is afgesproken

Slide 2 - Drag question

Welke stelling is waar over omgaan met agressie
A
Vluchten is een goede reactie bij agressie
B
Frustratie agressie is op de situatie gericht
C
Bij agressie moet je altijd eerst begrip tonen voor de emotie
D
Op agressief gedrag kan je je niet voorbereiden

Slide 3 - Quiz

Telefoon beantwoorden in de praktijk

Slide 4 - Slide

Na deze les weet je
  • Wat een telefoonnotitieformulier is en waarvoor het gebruikt wordt
  • Hoe je een telefoonnotitie correct in kan vullen

Slide 5 - Slide

Welke drie dingen zeg je als je een telefoon opneemt in de praktijk?

Slide 6 - Open question

Een telefoonnotitie maken
Bedoelt om een boodschap vast te leggen en door te geven (n.a.v een gesprek of een bericht op een antwoordapparaat)

Belangrijke info:

  • Van wie is het bericht + contactgegevens
  • Voor wie is het bericht bedoeld?
  • Wie heeft het bericht aangenomen?
  • Wat is de boodschap?
  • Wat is de vervolgactie?

Slide 7 - Slide

Denk bij het maken van de notitie aan:

  • Zakelijk taalgebruik
  • Correcte grammatica en spelling
  • Netjes werken: gebruik eerst kladpapier
  • Check je boodschap en lees deze alsof je niets weet van de situatie: Is je boodschap dan nog duidelijk?

Slide 8 - Slide

Bekijk de telefoonnotitie
  • Snap je wat in alle vakjes moet worden ingevuld?
  • Pak een kladpapier
  • Luister naar het bericht. Maak notities
  • Luister nogmaals en vul de gaten in.
  • Werk je bericht netjes uit.

Slide 9 - Slide

Geef feedback op het werk van een medeleerling

Je krijgt de telefoonnotitie van een andere leerling. Beoordeel deze:

  • Is er netjes gewerkt (leesbare tekst, geen gekras)
  • Check de telefoonnotitie met het nakijkblad. Is het compleet?
  • Zet je feedback op de achterkant van het blad. 

Slide 10 - Slide

Herhaling: Werken met de ABCDE-methode

Slide 11 - Slide

Waarom werkt de doktersassistent met de ABCDE-methode?

Slide 12 - Open question

ABCDE staat voor
A = Airway. Dat betekent dat de luchtweg van de patiënt wordt beoordeeld. Dit kan betekenen dat er een blokkade is van de luchtweg van de patiënt.

B= Breathing. Het betekent dat de ademhaling van de patiënt wordt beoordeeld. Er wordt daarbij gelet op onder andere aan- of afwezigheid van ademhaling, de frequentie (het aantal keer dat iemand ademhaalt) en de diepte van de ademhaling.

C= Circulation. Dat betekent dat de bloedsomloop van de patiënt wordt beoordeeld. Daarbij wordt onder andere gelet op bloeddruk en hartslag.


Slide 13 - Slide

ABCDE staat voor
D= Disability. Dat betekent dat het vermogen van de patiënt om te bewegen en te reageren op prikkels wordt beoordeeld.

E= Exposure. Dit betekent dat het lichaam van de patiënt wordt onderzocht op letsels door bijvoorbeeld temperatuur, breuken, wonden, brandwonden en andere verwondingen.

Wat is ABCDE stabiel
De patiënt is gestabiliseerd is of stabiel is en de (verdere) behandeling minder urgent is. 


Slide 14 - Slide

Urgentieschaal
Urgentieschaal bestaat uit de volgende stappen:


U0: REANIMATIE: Direct 112 inschakelen
U1: LEVENSBEDREIGEND: Dokter vertrekt meteen en 112 inschakelen
U2: SPOED: Dokter ziet de patiënt binnen een uur
U3: DRINGEND: Dokter ziet de patiënt binnen 3 uur
U4: NIET DRINGEND: Dokter ziet de patiënt binnen 24 uur
U5: ADVIES: Doktersassistent geeft advies










Slide 15 - Slide

Oefenen met de ABCDE-methode en urgentieschaal
Open de dialogue trainer via de link in classroom

We doen 1 casus samen

Doe daarna zelfstandig de casus ' Pijnlijk vinger' 


Slide 16 - Slide


Open Blooket, we gaan inloggen met de pin op het bord.

- Check je kennis over de begrippen uit dit keuzevak
- Wat je weet hoef je niet meer te leren
- Wat je niet weet, ga je de komende dagen bestuderen!

Slide 17 - Slide

Werken aan  openstaande opdrachten
Verwerk de feedback die je hebt gekregen op je werk in de classroom

Maak opdrachten af op start ze op

Slide 18 - Slide