28-11-2022 je/jij achter pv en verkleinwoorden en meervoud

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nederlands
28 november 2022

Slide 2 - Slide

Agenda
  • Terugblik leestoets
  • Leerdoelen
  • Je/jij achter de pv
  • Meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • Verkleinwoorden van zelfstandige naamwoorden

Slide 3 - Slide

Terugblik Leestoets

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wanneer je bij je/jij achter de pv de ik-vorm of hij-vorm gebruikt.
  • Je kunt zelfstandige naamwoorden in het meervoud zetten.
  • Je kunt van zelfstandige naamwoorden een verkleinwoord maken.

Slide 5 - Slide

Je of jij achter de pv

Slide 6 - Slide

Wat is de correcte vorm?
... je broer deze maand 18 jaar?
A
Wordt
B
Word
C
Wort
D
Worden

Slide 7 - Quiz

Wat is de correcte vorm?
... jij later profvoetballer?
A
Wordt
B
Word
C
Wort
D
Worden

Slide 8 - Quiz

Maken opdracht 2 blz 145
timer
3:00

Slide 9 - Slide

Meervoud

Slide 10 - Slide

Wat is de juiste meervoudsvorm van
banaan?
A
banaanen
B
banaans
C
bananen
D
banans

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van
oma?
A
omaas
B
oma's
C
omaen
D
omas

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van
appel?
A
appels
B
appelen
C
appel's
D
appellen

Slide 13 - Quiz

Maken opdracht 4 blz 147
timer
3:00

Slide 14 - Slide

Verkleinwoorden
  • Standaard: -je, -pje of -tje (huisje, boompje, touwtje)
  • Bij -ng : -kje of -ekje  (koninkje, wangetje)
  • Lange klank: verdubbel de laatste klinker: fotootje, omaatje
  • Bij -i: -ietje
  • Bij -y: 'tje
  • Afkortingen of cijfers: -'tje

Slide 15 - Slide

Wat is het juiste verkleinwoord van fiets?
A
Fietsje
B
Fietspje
C
Fietstje
D
Fiets'je

Slide 16 - Quiz

Wat is het juiste verkleinwoord van korting?
A
Kortingkje
B
Kortinkje
C
Kortingtje
D
Kortingje

Slide 17 - Quiz

Wat is het juiste verkleinwoord van sms?
A
smsje
B
smspje
C
sms'je
D
smstje

Slide 18 - Quiz

Wat is het juiste verkleinwoord van auto?
A
auto'tje
B
autootje
C
autoopje
D
autotje

Slide 19 - Quiz

Huiswerk
Opdracht 5 blz 147
Opdracht 7 blz 149

Slide 20 - Slide