Stijlfiguren: hyperbool, understatement, eufemisme, pleonasme, tautologie

Stijlfiguren: Hyperbool, Understatement, Eufemisme, Pleonasme, Tautologie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Stijlfiguren: Hyperbool, Understatement, Eufemisme, Pleonasme, Tautologie

Slide 1 - Slide

Doelen



Ik kan deze stijlfiguren herkennen en benoemen in een zin. 

Slide 2 - Slide

Instructiefilmpje
In het volgende instructiefilmpje worden de stijlfiguren (en nog meer) uitgelegd

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Eufemisme
Verzacht de werkelijkheid 
Soms gebruikt men een eufemisme als iemand zich schaamt om het eigenlijke woord te zeggen.

Tussen twee banen (werkloos zijn)
De man was in zijn slaap heengegaan  (overleden)

Slide 8 - Slide

Understatement
verzwakte mededeling/op een spottende manier
Je reageert een beetje koeltjes 

Wij vonden de reorganisatie verschrikkelijk.
understatement: Wij waren niet zo blij met de reorganisatie
Je kunt niet tekenen
understatement: tekenen is niet je grootste talent

Slide 9 - Slide

ziet er naar uit dat het een beetje geregend heeft gisteravond.

Slide 10 - Slide

           Welk woord hoort bij het eufemisme?
ongewenst bezoek
extra reistijd
de zwarte dood
laatste adem uitblazen
doodgaan
inbreker
vertraging
de pest

Slide 11 - Drag question

De gele zonnebloemen maken de kamer veel gezelliger.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quiz

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 13 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 14 - Quiz

Deze zomer hadden wij de parasol wel nodig tegen de hete tropenzon.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 15 - Quiz

Welk stuk van de zin is de understatement?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

Slide 16 - Open question

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
litotes

Slide 17 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Gerard gaat dood van de honger.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Die jongens hebben een glaasje te veel op.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Jouw zusje is aan de stevige kant.
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Na weer een complicatie deelde de arts mee dat ze 'op het ergste' voorbereid moesten zijn.
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven

Slide 21 - Quiz

Dat kunnen ze nu wel zeggen, maar dat boek is zo slecht nog niet.
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven

Slide 22 - Quiz

ziet er naar uit dat het een beetje geregend heeft gisteravond
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven

Slide 23 - Quiz

Wat vind je nog lastig aan de stijlfiguren?

Slide 24 - Open question