Grammatica L6 1KM

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek
• Schrift en pen

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek
• Schrift en pen

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek
• Schrift en pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Grammatica
• Huiswerk bespreken
• Aan het werk
• Huiswerk
• Evaluatie les

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lesdoelen

• Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.
  
• Ik kan het onderwerp van een zin vinden.
  
• Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden. 

Huiswerk bespreken

Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 200

Persoonsvorm - pv

- Altijd een werkwoord

- Vraagproef 
- Tijdproef

Onderwerp - ow

- Zoek de pv

- Wie of wat + pv?

Chantal en Kirsten willen in hetzelfde team voetballen.

Onderwerp - ow

- Zoek de pv

- Wie of wat + pv?

Chantal en Kirsten willen in hetzelfde team voetballen.
Wie willen?
Chantal en Kirsten

Werkwoordelijk gezegde - wg

- Zegt wat er gebeurt

- PV + eventueel andere werkwoorden

Chantal en Kirsten willen in hetzelfde team voetballen.

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 204
• Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 208
• Klaar? Maak opdracht 6 vanaf blz. 205 of werk aan je taken op Numo
• 
  
• Heb je vragen? Steek je hand op. 
  
  

Samenwerken

• Je mag zachtjes overleggen.
• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 204
  
• Maak opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 208
  
• Klaar? Maak opdracht 6 vanaf blz. 205 of werk aan je taken op Numo
• 
  
• Heb je vragen? Steek je hand op.

Huiswerk

Datum:

maandag 20 november

Maken:

• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 204

Lesdoelen

• Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.
• Ik kan het onderwerp van een zin vinden. 
• Ik kan het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden. 

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!