Nederlands P-module 3F les 2

vandaag
verleden tijd bespreken
rammelaar bespreken
woordenschat
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

vandaag
verleden tijd bespreken
rammelaar bespreken
woordenschat

Slide 1 - Slide

PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD

Slide 2 - Slide

rammelaar
betekend - betekent
gebeurt - gebeurd
antwoorde - antwoordde
beantwoorde - beantwoordde

Slide 3 - Slide

Typ twee zinnen met:
1. betekent
2. betekend

Slide 4 - Open question

Typ twee zinnen met:
1. gebeurt
2. gebeurd

Slide 5 - Open question

Typ twee zinnen met
1. beantwoorde
2. beantwoordde

Slide 6 - Open question

DIRECTE / INDIRECTE REDE

Slide 7 - Slide

Aanhalingstekens (directe rede)

Slide 8 - Slide

dubbele punt en aanhalingstekens
Directe rede =  Wanneer er iemand iets zegt. De zin begint altijd met een hoofdletter en staat tussen aanhalingstekens. 

De juf zei: "Pak allemaal je boek!"
''Pak allemaal je boek!'', zei de juf. 

Wat is het verschil tussen deze twee zinnen? 

Slide 9 - Slide

Bespreken Rammelaar1

Slide 10 - Slide

woordenschat

Slide 11 - Slide

FORMS woordenschat 
10 woorden op de juiste plek zetten:
genegen, ijzingwekkend, melancholiek, juk, querulant, slangenkuil, vegetatie, riant, recalcitrant, naarstig

Slide 12 - Slide

afgrijselijk
van plan
druk
begroeiing
dwars
herrieschopper
zwaarmoedig
recalcitrant
genegen
ijzingwekkend
melancholiek

juk
querulant
vegetatie

Slide 13 - Drag question

melancholiek

Slide 14 - Open question

juk

Slide 15 - Open question

querulant

Slide 16 - Open question

genegen

Slide 17 - Open question

huiswerk volgende week
rammelaar 2

Slide 18 - Slide