What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
woordenschat 3f reader p. 5-6-7-8
communiceren met uitdrukkingen, begrippen en gezegdes
de scepter zwaaien
A
iemand de les lezen
B
van leer trekken
C
de baas zijn
D
je meer voelen dan een ander
1 / 28
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
communiceren met uitdrukkingen, begrippen en gezegdes
de scepter zwaaien
A
iemand de les lezen
B
van leer trekken
C
de baas zijn
D
je meer voelen dan een ander
Slide 1 - Quiz
communiceren met uitdrukkingen, begrippen en gezegdes
spijkers op laag water zoeken
A
zeuren
B
plagen
C
zich ergeren
D
zich niet populair maken
Slide 2 - Quiz
communiceren met uitdrukkingen, begrippen en gezegdes
concessies doen
A
beloften maken
B
tegemoet komen aan de eisen van de ander
C
iets tegenstrijdigs doen
D
toegeeflijk zijn
Slide 3 - Quiz
Als hij aan vroeger denkt, voelt hij zich "nostalgisch".
A
onbegrepen
B
heimwee
C
ziek
D
onrustig
Slide 4 - Quiz
Deze student doet alles op "het laatste moment"
A
onverrichter zake
B
te elfder ure
C
halsstarrig
D
consciëntieus
Slide 5 - Quiz
Die stage in het buitenland is een "illusie"
A
nachtmerrie
B
het beloofde land
C
een mislukking
D
niet haalbaar
Slide 6 - Quiz
Deze organisatie heeft een "ideëel" doel.
A
ideaal
B
belangeloos
C
met commercieel belang
D
zonder einddoel
Slide 7 - Quiz
We zitten met zijn allen in een recessie
A
depressie
B
ondergang
C
teruglopende economie
D
groeiende economie
Slide 8 - Quiz
De klas had een homogene samenstelling
Wat betekent "homogeen"?
A
vooruitstrevend
B
groep van acht personen
C
gelijk, van hetzelfde
D
samenhangend
Slide 9 - Quiz
De nieuw ontworpen koffiemachine is een geavanceerd apparaat
Wat betekent "geavanceerd"?
A
van de nieuwste snufjes voorzien
B
uitgebreid
C
doordacht
D
electrisch
Slide 10 - Quiz
De verdachte hield halsstarrig vol dat hij de moord niet gepleegd had.
Wat betekent "halsstarrig"?
A
nauwkeurig
B
koppig
C
gelovig
D
ingrijpend
Slide 11 - Quiz
Wat is precies het rendement van het samenvoegen van de opleidingen?
Wat betekent "rendement"?
A
ideëel
B
ideaal
C
wat het oplevert
D
minpunten
Slide 12 - Quiz
Wat neem jij als aperitief?
Wat betekent "aperitief"?
A
nagerecht
B
bijgerecht
C
coalitie
D
drankje dat men nuttigt vóór het eten
Slide 13 - Quiz
Hij zei dat de schuld bij de anderen lag, maar hij zou zijn hand in eigen boezem moeten steken.
Wat betekent "zijn hand in eigen boezem steken"?
A
zijn portemonnee trekken
B
de schuld bij zichzelf zoeken
C
zijn mond houden
D
op zichzelf letten
Slide 14 - Quiz
De school is heel progressief: ze geven alle lessen in het Spaans en Engels.
Wat betekent "progressief"?
A
ouderwets
B
achterlijk
C
dom bezig
D
vooruitstrevend
Slide 15 - Quiz
In de oorlog was mijn opa een collaborateur.
Wat is een "collaborateur"?
A
onderduiker
B
iemand die samenwerkt met de vijand
C
iemand die weet hoe je kunt schieten
D
landbouwer
Slide 16 - Quiz
Hij heeft promotie gemaakt en ontvangt een riant salaris.
Wat betekent "riant"?
A
uitgebreid
B
laag
C
armoedig
D
royaal
Slide 17 - Quiz
Je moet niet hem niet zo serieus nemen. Het is altijd veel geschreeuw, weinig wol.
Wat betekent "veel geschreeuw, weinig wol"?
A
een harde stem hebben
B
veel schreeuwen met weinig woorden
C
veel drukte om niets
D
hij meent het niet zo slecht.
Slide 18 - Quiz
Op het gemeentehuis sturen ze je van het kastje naar de muur.
Wat betekent "van het kastje naar de muur sturen"?
A
de schuld bij jezelf zoeken
B
een akkoord sluiten
C
het uiterste willen
D
iemand voor niets heen en weer laten lopen
Slide 19 - Quiz
A
Slide 20 - Quiz
A
Slide 21 - Quiz
A
Slide 22 - Quiz
A
Slide 23 - Quiz
A
Slide 24 - Quiz
querulant
herrieschopper,
dwarsligger
Slide 25 - Open question
vegetatie
begroeiing
Slide 26 - Open question
recalcitrant
tegendraads
Slide 27 - Open question
juk
dwang, keurslijf,
gareel
Slide 28 - Open question
More lessons like this
woordenschat 3f reader p. 5-6-7-8
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Woordenschat 3F - nieuw - 2
February 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Nederlands P-module 3F les 1
September 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Goed gebekt deel 1, taak 6
May 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Kapitel 8 Schwein gehabt. Uitdrukkingen en gezegdes
April 2017
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes
December 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Woordenschat, gezegden, uitdrukkingen 1
December 2019
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spreekwoorden en gezegdes
April 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1