profesiones, nacionalidades, idiomas

Hoy es miércoles 25 de septiembre de 2024
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoy es miércoles 25 de septiembre de 2024

Slide 1 - Slide

HOY hacemos:
Los numeros
Las nacionalidades y las lenguas o los idiomas
Las profesiones
Mini test el género
los verbos que terminan en -ar  -er en -ir

Slide 2 - Slide

timer
3:00
Que hemos hecho en la clase anterior?

Slide 3 - Mind map

0

Slide 4 - Video

De getallen

Slide 5 - Slide

Hoe vraag je in het Spaans om iemands telefoonnummer?

Slide 6 - Open question

¿Cuál es tu número de teléfono?
Mi número de teléfono es....

1.Schrijf jouw telefoonnummer uit in je 
aantekeningenschrift.

2. Vraag jouw vecin@ om zijn/haar número, 
¡en español claro!

Slide 7 - Slide

0

Slide 8 - Video

La frase de la clase
¿Qué significa 'despacito'?


¿Puedes hablar más despacio, por favor?

Slide 9 - Slide

a hablar

Slide 10 - Slide

Stel jezelf voor en vraag je klasgenoot/klasgenote hoe hij/zij heet en hoe oud hij/zij is en vraag of hij/zij broers of zusjes heeft.

Slide 11 - Slide

Masculino
A
Foto
B
Silla
C
Libro
D
Hablar

Slide 12 - Quiz

Femenino
A
Mesa
B
Problema
C
Cero
D
Día

Slide 13 - Quiz

Masculino
A
Cuaderno
B
Noche
C
Foto
D
Tele

Slide 14 - Quiz

Femenino
A
Planeta
B
Problema
C
Día
D
Radio

Slide 15 - Quiz

NACIONALIDADES  y

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

timer
6:00
Guatemala
México
Honduras
El Salvador
Nicaragua
Costa Rica
Panama
Colombia
Cuba
Venezuela
Ecuador
Perú
Bolivia
Paraguay
Uruguay
Argentina
Chile
República Dominicana
Puerto Rico
España
hondureño/a
nicaragënse
ecuatoriano/a
paraguayo/a
chileno/a
dominicano/a
guatemalteco/a
salvadoreño/a
boliviano/a
costarricense
uruguayo/a
español(a)
mexicano/a
argentino/a
panameño/a
peruano/a
venezolano/a
cubano/a
colombiano/a
puertorriqueño/a

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat zijn de regels over mannelijk en vrouwelijk bij nationaliteiten en beroepen?

Slide 21 - Slide

Hacer/maken
Reader blz. 26 oef 3
Reader blz. 28 oef 16
R blz. 29-30 oef 18 tm 22

Slide 22 - Slide

¿ Puedes formar los verbos regulares que terminan en -ar
A
si
B
no

Slide 23 - Quiz

hoe doe je dat (stappenplan)

Slide 24 - Mind map

Stappenplan
hablar = praten
Nu wil je zeggen jij praat. (voorbeeld)

1. Haal -ar van het hele werkwoord af: habl (dit is de stam)
2. Wat is de jij-vorm?
3. Welke vervoeging staat er bij tú? as
4. Plak de vervoeging achter de stam = habl + as = hablas 

                                       JIJ PRAAT = TÚ HABLAS 

Slide 25 - Slide

Stap 2: 
leer de vervoegingen van -er

yo
es
él / ella/ usted
e
nosotros / nosotras
emos
vosotros / vosotras
éis
ellos / ellas / ustedes
en
Deze uitgangen plak je achter de stam!
neem dit schema 
over in je schrift!
Wat valt op?

Slide 26 - Slide

Stap 2: 
leer de vervoegingen van -ir

yo
es
él / ella/ usted
e
nosotros / nosotras
imos
vosotros / vosotras
ís
ellos / ellas / ustedes
en
Deze uitgangen plak je achter de stam!
neem dit schema 
over in je schrift!
Wat valt op?

Slide 27 - Slide

Vervoeg de werkwoorden
Reader blz. 48 oef. 1 en 2
Reader blz. 49 vervoeg escribir en vivir
TB blz. 40 oef. 1

Slide 28 - Slide

We hebben vandaag veel gedaan. Wat begrijp je niet?
A
Nationaliteiten
B
Beroepen
C
Mannelijk-vrouwelijk
D
Ik begrijp alles

Slide 29 - Quiz

Para la semana que viene
herhalen información personal y
 estudiar voca tiempo libre (reader)
leren ww die eindigen op -er en op -ir p 54 reader

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video