§ 1.2 Nauwkeurig kijken (1)

Waaruit bestaan organen?
A
cellen
B
bouwstenen
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waaruit bestaan organen?
A
cellen
B
bouwstenen

Slide 1 - Quiz

waarom zien cellen van verschillende organen er anders uit?

Slide 2 - Open question

Cellen zijn de kleinste levende delen van je lichaam
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat een cel?

Slide 4 - Open question

wat is de juiste volgorde
A
orgaanstelsel-cel-orgaan-mens
B
cel-orgaan-mens-orgaanstelsel
C
mens-orgaanstelsel-orgaan-cel
D
orgaan-orgaanstelsel-cel-mens

Slide 5 - Quiz

Kunnen orgaanstelsels samenwerken?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

1.2 Je omgeving ontdekken


Slide 7 - Slide

Hoe kijk je naar organismen?
Biologie gaat niet alleen over mensen, maar ook over over planten en dieren.

Organisme = alles wat leeft

organisme kun je nauwkeurig waarnemen: kijken, proeven, ruiken, voelen, horen

Slide 8 - Slide

Beschrijving

Alle waarnemingen over een organisme die je hebt gedaan kun je opschrijven, je hebt dan een beschrijving van het organisme.

De beschrijvingen moeten heel pecies zijn, anders krijg je verwarring.


Duidelijke kenmerken noteren, dit zijn de eigenschappen van het organisme

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

kenmerken
Als je een organisme waarneemt dan let je op kenmerken.

Kenmerken zijn eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen.

vb: zonnebloem: lange, harige stengel-gele bloemblaadjes
giraf: lange nek- lange poten

Slide 11 - Slide

Hoe bekijk je kleine delen van organismen?
Blote oog: mensen, katten, tulpen

Loep(vergrootglas): details van een tulp, loep vergroot  
                                           ongeveer 10 x

Microscoop: hele kleine delen van organismen zoals cellen

Slide 12 - Slide

Hoe leg je waarnemingen vast
beschrijving = waarnemingen in woorden(omschrijven)

anderen kunnen jou beschrijvingen lezen, dit moet nauwkeurig anders krijg je verwarring

Slide 13 - Slide

kenmerken
kenmerken zijn eigenschappen waaraan je een dier kunt herkennen(vb: de huid van een tijger is geel met zwarte strepen.

Slide 14 - Slide

Tekening maken

Tekeningen van de waarnemingen zijn soms duidelijker dan een beschrijving.


In de biologie hebben we hiervoor tekenregels.


Slide 15 - Slide

2 soorten tekeningen
natuurgetrouwe tekening: alle detail precies tekenen

schematische tekening: alleen belangrijke onderdelen tekenen, namen van onderdelen erbij zetten
geen details

Slide 16 - Slide

Schematische tekening

Slide 17 - Slide

Natuurgetrouwe tekening

Slide 18 - Slide

tekenregels
zie document

Slide 19 - Slide

Doorsneden
lengte doorsnede: van boven naar beneden

dwarsdoorsnede: van links naar rechts

Slide 20 - Slide

Doorsneden

Slide 21 - Slide

dwarsdoorsnede
Lengtedoorsnede

Slide 22 - Slide