1.4 Je omgeving waarnemen

1.4 Je omgeving waarnemen


1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.4 Je omgeving waarnemen


Slide 1 - Slide

Hoe kijk je naar organismen?
Biologie gaat niet alleen over mensen, maar ook over over planten en dieren.

Organisme = alles wat leeft

organisme kun je nauwkeurig waarnemen: kijken, proeven, ruiken, voelen, horen

Slide 2 - Slide

Beschrijving

Alle waarnemingen over een organisme die je hebt gedaan kun je opschrijven, je hebt dan een beschrijving van het organisme.

De beschrijvingen moeten heel pecies zijn, anders krijg je verwarring.


Duidelijke kenmerken noteren, dit zijn de eigenschappen van het organisme

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

kenmerken
Als je een organisme waarneemt dan let je op kenmerken.

Kenmerken zijn eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen.

vb: zonnebloem: lange, harige stengel-gele bloemblaadjes
giraf: lange nek- lange poten

Slide 5 - Slide

Hoe bekijk je kleine delen van organismen?
Blote oog: mensen, katten, tulpen

Loep(vergrootglas): details van een tulp, loep vergroot  
                                           ongeveer 10 x

Microscoop: hele kleine delen van organismen zoals cellen

Slide 6 - Slide

Hoe leg je waarnemingen vast
beschrijving = waarnemingen in woorden(omschrijven)

anderen kunnen jou beschrijvingen lezen, dit moet nauwkeurig anders krijg je verwarring

Slide 7 - Slide

Tekening maken

Tekeningen van de waarnemingen zijn soms duidelijker dan een beschrijving.


In de biologie hebben we hiervoor tekenregels.


Slide 8 - Slide

2 soorten tekeningen
natuurgetrouwe tekening: alle detail precies tekenen

schematische tekening: alleen belangrijke onderdelen tekenen, namen van onderdelen erbij zetten
geen details

Slide 9 - Slide

tekenregels
zie document

Slide 10 - Slide