Politiek oefentoets 4KT

Oefentoets
Politiek
Nederland en de wereld
1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets
Politiek
Nederland en de wereld

Slide 1 - Slide


Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen

Slide 2 - Quiz

Wel van algemeen belang 
Niet van algemeen belang 
Veiligheid op straat 
Folders bezorgen in Vinkhuizen
Goede gezondheidszorg 
Kapotte brievenbus in Groningen
Goede treinverbindingen 
Goed onderwijs op school

Slide 3 - Drag question


Wie hoort er niet bij de overheid?
A
Dick Schoof
B
Ambtenaren
C
Politieagent
D
Burgers

Slide 4 - Quiz

Directe democratie

Indirecte democratie

Iedereen mag stemmen 
Je gaat naar de stembus om over een wet te stemmen 
Er is een volksvertegenwoordiging 
Referendum
Stemmen op een partij
Nederland is een..

Slide 5 - Drag question


Wat is te zien op het filmpje?
A
Compromissen
B
Actief kiesrecht
C
Passief kiesrecht
D
Volksvertegenwoordiging

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het woord?

compromis
A
uitleggen
B
bijna
C
massaal
D
oplossing waarbij iedereen een beetje toegeeft

Slide 7 - Quiz

"Vrije verkiezingen" betekent dat ...
A
je niemand hoeft te vertellen wat je stemt
B
iedere partij mag meedoen
C
iedereen mag stemmen op wie hij/zij wil
D
je zelf mag weten of je gaat stemmen

Slide 8 - Quiz

Passief kiesrecht betekent dat je
A
mag stemmen
B
kandidaat mag zijn
C
niet mag stemmen
D
alleen onder begeleiding mag stemmen

Slide 9 - Quiz

Een rechtse partij
A
wil opkomen voor de zwakkeren
B
is voor een een sterke, actieve overheid
C
is voor orde en gezag
D
wil dat bedrijven veel belasting betalen

Slide 10 - Quiz

Een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient

Slide 11 - Quiz

Links
Midden
Rechts
PvdD
FvD
CU
D66
PVV
SP
Gelijkheid
Overleg/
samenwerking
Vrijheid

Slide 12 - Drag question


Liberalisme draait vooral om.....
A
naastenliefde en religie
B
vrijheid
C
milieu
D
gelijkwaardigheid

Slide 13 - Quiz


Christen- democratie Draait vooral om....
A
naastenliefde en religie
B
vrijheid
C
milieu
D
gelijkwaardigheid

Slide 14 - Quiz


Sociaal-democratie draait vooral om.....
A
naastenliefde en religie
B
vrijheid
C
milieu
D
gelijkwaardigheid

Slide 15 - Quiz

Hoe heet het dagelijks bestuur van ons land?
A
Regering
B
Tweede Kamer
C
Parlement
D
Gemeenteraad

Slide 16 - Quiz

is de leider van de groep ministers
zit in de regering en is verantwoordelijk voor 1 bepaalde taak
Een groep mensen die dezelfde ideeen hebben over hoe het land gereerd moet worden. 
Is het dagelijks bestuur van het land. 
minister
minister president
regering
politieke partij

Slide 17 - Drag question

In Nederland kunnen ministers:
A
nooit deel uit maken van het parlement
B
ook in de Eerste Kamer zitten
C
ook in de Tweede Kamer zitten
D
samen een fractie in de Tweede Kamer vormen

Slide 18 - Quiz

bestuurt en deel van de samenleving
ministers en staatssecretarissen samen
De ministers en de koning
onderminister die helpt te besturen 
MINISTER
STAATSSECRETARIS
KABINET
Regering

Slide 19 - Drag question

Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement

Slide 20 - Quiz

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 21 - Quiz

Het indienen van een wetsvoorstel noem je?
A
Stemrecht
B
Recht van amendement
C
Recht van initiatief
D
Motierecht

Slide 22 - Quiz

Zet de stappen van het wetsvoorstel in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6

Slide 23 - Drag question

Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters

Slide 24 - Quiz

Wetsvoorstellen kunnen worden gemaakt door
A
ministers en Eerste-Kamerleden
B
ministers
C
Tweede-Kamerleden
D
ministers en Tweede-Kamerleden

Slide 25 - Quiz

Een Kamerlid dat een wijziging in een wetsvoorstel wil, maakt gebruik van het ...
A
recht van initiatief
B
recht van motie
C
recht van interpellatie
D
recht van amendement

Slide 26 - Quiz

Welk recht valt onder de controlerende taak van de Tweede Kamer?
A
enqueterecht
B
recht van amendement
C
recht van initiatief
D
stemrecht

Slide 27 - Quiz

Welke drie machten worden er gescheiden bij de trias politica?
A
Wetgevende, wetmakende en rechtsprekende macht
B
Wetgevende, plichtgevende en uitvoerende macht
C
Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.

Slide 28 - Quiz

Wat is een dictatuur?
A
Een land met 1 politieke partij
B
Een land met meerdere politieke partijen die de macht hebben
C
Een land met een democratie
D
Een land met 1 leider

Slide 29 - Quiz

Wat is het doel van de NAVO?
A
Controle van burgers
B
Zorgen voor een sterke economie
C
Oorlog voorkomen
D
De EU controleren

Slide 30 - Quiz

Welke van de onderstaande taken hoort niet bij de VN?
A
Regeringen vragen om mensenrechten te respecteren
B
De strijd aangaan met militaire groeperingen
C
Hulp bieden aan mensen in nood
D
Het uit elkaar houden van strijdende partijen

Slide 31 - Quiz