(+) am / is / are + going to + het hele werkwoord
(-) am not / is not / are not going to + hele werkwoord
(?) Am/Is/Are (+onderwerp) + going to + hele werkwoord
I am not going to play hockey this weekend, because I have to study for my tests. - Ik ga dit weekend geen hockey spelen , want ik moet leren voor mijn toetsen.