What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordenschat 1.2
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Programma van vandaag:
Korte herhaling theorie Woordenschat 1.1
Theorie Woordenschat 1.2
Opdrachten maken
Terugblikken en vooruitzien
Slide 2 - Slide
Uitleg woordenschat
1. Wat betekent
woordenschat
?
2. Waarom is dit belangrijk?
Slide 3 - Slide
HERHALING THEORIE
Soms begrijp je niet goed wat een woord betekent. Stop dan niet met lezen!
Lees de volgende tips om de betekenis van het woord te vinden in een tekst.
Slide 4 - Slide
THEORIE
Tip 1
Zoek een woord in de tekst dat ongeveer hetzelfde betekent (een synoniem).
Tip 2
Zoek naar een
omschrijving
van het woord.
Slide 5 - Slide
THEORIE
Tip 3
Zoek
voorbeelden
waaruit je de betekenis van het woord kunt afleiden.
Tip 4
Kijk of het tegengestelde van het woord in de tekst staat (een
tegenstelling
).
Slide 6 - Slide
THEORIE
Tip 5
Een afbeelding bij de tekst
helpt om de betekenis te vinden.
Slide 7 - Slide
OEFENEN
Slide 8 - Slide
Noem een synoniem voor: drinken
Slide 9 - Mind map
Wat is het tegenovergestelde van:
VRIEZEN
A
BEVROREN
B
DOOIEN
C
GRONINGERS
D
VERWARMEN
Slide 10 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van:
BOL
A
BOOS
B
STRAK
C
HOL
D
TULPEN
Slide 11 - Quiz
Woordenschat
1.2 Betekenis afleiden uit het woord
Slide 12 - Slide
Doel
Aan het einde van de les kun je de betekenis van een onbekend woord afleiden uit het woord zelf
Slide 13 - Slide
THEORIE
Soms kun je de betekenis van een
onbekend woord
vinden door goed naar het woord zelf te kijken:
Herken je een deel van het woord?
Herken je voor- en/of achtervoegsels bij het woord?
Lijkt het onbekende woord op een woord dat je wel kent?
Slide 14 - Slide
THEORIE
Ik herken een deel van het onbekende woord:
voorrangsregel
Als je voorrang hebt, mag je iets doen voordat anderen het mogen.
Een regel vertelt je wat wel en niet mag.
Dus:
Een voorrangsregel geeft aan wanneer je voor mag gaan.
Slide 15 - Slide
THEORIE
Ik herken een voor- en/of achtervoegsel van het onbekende woord:
heractiveren
Activeren is iets actief maken.
Her- betekent opnieuw.
Dus:
Heractiveren betekent dat je iets opnieuw actief maakt.
Slide 16 - Slide
THEORIE
Het onbekende woord lijkt op een woord dat ik wel ken:
circuleren:
In ‘circuleren’ kun je het woord ‘cirkel’ herkennen.
Cirkel is een ander woord voor ‘rondje.
Dus:
Circuleren
betekent dus ‘rondgaan’ of ‘de ronde doen’.
Slide 17 - Slide
Voorbeeld
Slide 18 - Slide
OEFENEN
Slide 19 - Slide
Nu Suze vijf jaar in Spanje woont, spreekt ze eindelijk accentloos Spaans.
- accentloos -
A
met een accent
B
zonder accent
Slide 20 - Quiz
Met vrijwilligerswerk kun je een betekenisvolle bijdrage leveren aan onze samenleving.
- betekenisvolle -
A
met weinig betekenis
B
van veel betekenis
Slide 21 - Quiz
Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogen die daarna kwamen.
- herdenken -
A
opnieuw aan iets of iemand denken
B
niet meer aan iets of iemand denken
Slide 22 - Quiz
De snelle temperatuurwisselingen van de afgelopen maanden zijn ongunstig voor de mens en de natuur.
- ongunstig -
A
heel goed
B
niet goed
Slide 23 - Quiz
Pas drie uur na het ongeval was de weg weer begaanbaar.
- begaanbaar -
A
je kunt eroverheen lopen of rijden
B
je durft er niet op te lopen of te rijden
Slide 24 - Quiz
Aan de slag
:
Maken opdrachten 1 tot en met 5
Slide 25 - Slide
Wil je hulp bij de opdrachten?
Kom vooraan zitten dan maken we de opdrachten samen.
Slide 26 - Slide
Nog niet klaar?
Huiswerk
:
Maken opdrachten 1 tot en met 5
Slide 27 - Slide
Uitslag:
6 fout of meer: 1F
4-5 fout: 2F
2-3 fout: 3F
0-1 fout: 4F
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Woordenschat 1.2
October 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
September 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
12 days ago
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2 2024-2025
25 days ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
November 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
September 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
September 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
October 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1