What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordenschat 1.2 2024-2025
Woordenschat
1.2 Betekenis afleiden uit het woord
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
1.2 Betekenis afleiden uit het woord
Slide 1 - Slide
Doel
Aan het einde van de les kun je de betekenis van een onbekend woord afleiden uit het woord zelf
Slide 2 - Slide
THEORIE
Soms kun je de betekenis van een
onbekend woord
vinden door goed naar het woord zelf te kijken:
Herken je een deel van het woord?
Herken je voor- en/of achtervoegsels bij het woord?
Lijkt het onbekende woord op een woord dat je wel kent?
Slide 3 - Slide
THEORIE
Ik herken een deel van het onbekende woord:
voorrangsregel
Als je voorrang hebt, mag je iets doen voordat anderen het mogen.
Een regel vertelt je wat wel en niet mag.
Dus:
Een voorrangsregel geeft aan wanneer je voor mag gaan.
Slide 4 - Slide
THEORIE
Ik herken een voor- en/of achtervoegsel van het onbekende woord:
heractiveren
Activeren is iets actief maken.
Her- betekent opnieuw.
Dus:
Heractiveren betekent dat je iets opnieuw actief maakt.
Slide 5 - Slide
THEORIE
Het onbekende woord lijkt op een woord dat ik wel ken:
circuleren:
In ‘circuleren’ kun je het woord ‘cirkel’ herkennen.
Cirkel is een ander woord voor ‘rondje.
Dus:
Circuleren
betekent dus ‘rondgaan’ of ‘de ronde doen’.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
Slide 7 - Slide
OEFENEN
Slide 8 - Slide
Nu Suze vijf jaar in Spanje woont, spreekt ze eindelijk accentloos Spaans.
- accentloos -
A
met een accent
B
zonder accent
Slide 9 - Quiz
Met vrijwilligerswerk kun je een betekenisvolle bijdrage leveren aan onze samenleving.
- betekenisvolle -
A
met weinig betekenis
B
van veel betekenis
Slide 10 - Quiz
Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogen die daarna kwamen.
- herdenken -
A
opnieuw aan iets of iemand denken
B
niet meer aan iets of iemand denken
Slide 11 - Quiz
De snelle temperatuurwisselingen van de afgelopen maanden zijn ongunstig voor de mens en de natuur.
- ongunstig -
A
heel goed
B
niet goed
Slide 12 - Quiz
Pas drie uur na het ongeval was de weg weer begaanbaar.
- begaanbaar -
A
je kunt eroverheen lopen of rijden
B
je durft er niet op te lopen of te rijden
Slide 13 - Quiz
Aan de slag
:
Werkboek:
Maken opdrachten 1 tot en met 4
Slide 14 - Slide
Nog niet klaar?
Huiswerk
:
Maken opdrachten 1 tot en met 4
]
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Woordenschat 1.2
November 2021
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
September 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
October 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
November 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2 2024-2025
September 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
September 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.2
October 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.1 en 1.2
April 2024
- Lesson with
53 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1