H5 taalverzorging - lastige werkwoorden

De zes van deze les
Met in deze les:
- H5 - Lastige WW
- PV of VDW?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De zes van deze les
Met in deze les:
- H5 - Lastige WW
- PV of VDW?

Slide 1 - Slide

Maak de opdracht. Kies het werkwoord dat goed gespeld is.
Tom ______________ veel geld. (verdienen)
Mijn moeder heeft koffie ____________. (bestellen)
Sarah ____________ de vraag. (beantwoorden)
Er is een ongeluk ___________. (gebeuren)
verdient
verdiend
bestelt
besteld
beantwoordt
beantwoord
gebeurt
gebeurd

Slide 2 - Drag question




Tom verdient veel geld.

Mijn moeder bestelt koffie.

Sarah beantwoordt de vraag.

Er gebeurt een ongeluk.



Tom heeft veel geld verdiend.

Mijn moeder heeft koffie besteld

Sarah heeft de vraag beantwoord.

Er is een ongeluk gebeurd
Lastige werkwoorden
Beide versies komen voor in het Nederlands!
Als je praat, hoor je hetzelfde. Als je schrijft, is er een verschil.

Slide 3 - Slide

  • Je hersenen kijken naar welk woord het vaakst voorkomt.

  • Er _______ een ongeluk. (gebeuren)
  • Gebeurd of gebeurt?
  • Gebeurd komt vaker voor.
  • Dus je hersenen kiezen voor gebeurd.
  • Maar dat is helaas niet goed!

  • Er gebeurt een ongeluk.









Wat doen je hersenen?

Slide 4 - Slide

  • Kijk goed of het werkwoord een persoonsvorm of voltooid deelwoord is.

  • Er _______ een ongeluk. (gebeuren)
  • Vraagproef of tijdproef: persoonsvorm
  • Ik-vorm + t, dus je kiest voor gebeurt.

  • Er gebeurt een ongeluk.










Hoe dan wel?

Slide 5 - Slide

Is het werkwoord dat op de streep komt te staan een persoonsvorm of voltooid deelwoord?

Luc heeft zijn voorsprong op allerlei manieren __________ (verdedigen).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 6 - Quiz

Help!
Gebruik de vraagproef of tijdproef. 
Is het de persoonsvorm? 

Ja » je schrijft ik-vorm, ik-vorm + t of hele werkwoord.

Nee » maak het woord langer. 
Hoor je -d-, dan schrijf je -d. Hoor je -t-, dan schrijf je t.
Luc heeft zijn voorsprong op allerlei manieren ___________.
verdedigt
verdedigd

Slide 7 - Drag question

Is het werkwoord dat op de streep komt te staan een persoonsvorm of voltooid deelwoord?

Wie __________ (bepalen) eigenlijk de opstelling van het team?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Help!
Gebruik de vraagproef of tijdproef. 
Is het de persoonsvorm? 

Ja » je schrijft ik-vorm, ik-vorm + t of hele werkwoord.

Nee » maak het woord langer. 
Hoor je -d-, dan schrijf je -d. Hoor je -t-, dan schrijf je t.
Wie _____________ eigenlijk de opstelling van het team?
bepaalt
bepaald

Slide 9 - Drag question

Let op!
Dit is een samengestelde zin, dus er zijn twee persoonsvormen.
Help!
Gebruik de vraagproef of tijdproef. 
Is het de persoonsvorm? 

Ja » je schrijft ik-vorm, ik-vorm + t of hele werkwoord.

Nee » maak het woord langer. 
Hoor je -d-, dan schrijf je -d. Hoor je -t-, dan schrijf je t.
Omdat de aarde opwarmt, _____________ het klimaat in Nederland.
verandert
veranderd

Slide 10 - Drag question

Help!
Gebruik de vraagproef of tijdproef. 
Is het de persoonsvorm? 

Ja » je schrijft ik-vorm, ik-vorm + t of hele werkwoord.

Nee » maak het woord langer. 
Hoor je -d-, dan schrijf je -d. Hoor je -t-, dan schrijf je t.
Tijdens de Landmachtdagen heeft Flinn een tank _____________.
bestuurt
bestuurd

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide