Les 3.10 6 jan

 Today
  • Aanmelden Cambridge
  • What do you remember?
  • Recap grammar: present simple
  • Work on homework exercises
  • Pronunciation vocabulary 3.4 
  • 17th of January: SO unit 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Today
  • Aanmelden Cambridge
  • What do you remember?
  • Recap grammar: present simple
  • Work on homework exercises
  • Pronunciation vocabulary 3.4 
  • 17th of January: SO unit 3

Slide 1 - Slide

SO unit 3
Friday the 17th of January

  • Vocabulary unit 3 NED-ENG
    (page 168-169) 
  • Alle grammatica
(unit 3 + herhaling 1 & 2)

Slide 2 - Slide

Wat is de vertaling van 'hoge hakken'?

Slide 3 - Open question

Goed of fout:
Jack always works late.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

Wat is de vertaling van 'handschoenen'?

Slide 5 - Open question

Goed of fout:
She doesn't eats lunch at school.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Wat is de vertaling van 'wijd/flodderig'?

Slide 7 - Open question

Welk(e) vertaling(en) is/zijn er in het Engels voor het woord 'veel'?
A
much
B
many
C
much & many

Slide 8 - Quiz

Wat is de vertaling van 'regenlaarzen'?

Slide 9 - Open question

Welk(e) vertaling(en) is/zijn er in het Engels voor het woord 'weinig'?
A
little
B
little & few
C
few
D
a little & a few

Slide 10 - Quiz

Wat is de vertaling van 'vieren'?

Slide 11 - Open question

Goed of fout:
Does Sammy usually goes to school by bus?
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Wat is de vertaling van 'verkeerslichten'?

Slide 13 - Open question

Goed of fout:
Jim and Peter don't always do their homework.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Vocabulary
Page 169

    Pronunciation vocabulary 3.4
    Repeat the words

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Slide

    Present simple: negations
    (tegenwoordige tijd - ontkenningen)

    I, you, we, they: don't + hele werkwoord
    he, she, it: doesn't + hele werkwoord 
    Sam houdt niet van pizza.  >    Sam doesn't love pizza.
    Ze spelen geen rugby.   >    They don't play rugby.

    LET OP! Bij 'doesn't' schrijf je geen -s meer achter het werkwoord!                                      


    Slide 18 - Slide

    Present simple: questions
    (tegenwoordige tijd - vragen)

    I, you, we, they: do + hele werkwoord
    he, she, it: does + hele werkwoord 
    Houdt Sarah van chocolade?   >    Does Sarah love chocolate?
    Vinden ze katten leuk?   >    Do they like cats?

    LET OP! Bij 'does' schrijf je geen -s meer achter het werkwoord!                                      


    Slide 19 - Slide

    Study: Vocabulary 3.4 (page 169)
    Do: Werkblad present simple

    Wednesday the 8th of January

    Slide 20 - Slide