Duurzaam leven: kringlopen en gedrag

13.1 Je invloed op aarde

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen hoe behoeftes en gedrag van mensen de omgeving beïnvloeden. 

- Je kunt uitleggen dat kringlopen belangrijk zijn voor duurzaam leven.

Introduceer de leerdoelen en leg uit dat we vandaag gaan leren over hoe ons gedrag en behoeftes de omgeving beïnvloeden en hoe we duurzamer kunnen leven door middel van kringlopen.

Wat weet jij al over hoe ons gedrag en behoeftes de omgeving beïnvloeden?

Milieu

Het milieu wordt beïnvloed door de manier waarop mensen omgaan met energie, voedsel en water, grondstoffen en afval.

Leg uit dat het milieu wordt beïnvloed door ons gedrag en behoeftes en geef voorbeelden van hoe dit gebeurt.

Uitputting

Grondstoffen raken uitgeput door ons overmatige gebruik.

Leg uit wat uitputting is en waarom het belangrijk is om dit tegen te gaan.

Voedselkringloop

De voedselkringloop begint bij producenten die via fotosynthese voedsel maken. Consumenten eten dit voedsel en verbranden het om energie te krijgen. Afvaleters en reducenten breken het afval af tot mineralen, zodat producenten weer voedsel kunnen maken.

Leg uit wat de voedselkringloop is en hoe deze werkt.

Compost

Door compost te maken van organisch afval, kunnen we dit weer gebruiken als voeding voor planten en zo de kringloop sluiten.

Leg uit wat compost is en waarom het belangrijk is voor duurzaamheid.

Gesloten kringloop

Een gesloten kringloop is een kringloop waarin er geen afval is en alles hergebruikt wordt.

Een gesloten kringloop is duurzaam.

Ons gedrag heeft invloed op de kringlopen. Als we bijvoorbeeld minder voedsel verspillen, kunnen we de kringloop sluiten en duurzamer leven.

Leg uit wat een gesloten kringloop is en waarom het belangrijk is voor duurzaamheid.

Duurzaamheid

Duurzaamheid is belangrijk om ervoor te zorgen dat we de aarde niet uitputten en dat we ook in de toekomst nog kunnen leven op een gezonde planeet.

Leg uit wat duurzaamheid is en waarom het belangrijk is voor de toekomst.

Wat is het gevolg van ons overmatig gebruik van grondstoffen?

1. Grondstoffen worden goedkoper.
2. Er is geen effect op de grondstoffen.
3. Er komen meer grondstoffen bij.
4. Grondstoffen raken uitgeput.

Wat is het doel van compost?

1. Organisch afval omzetten in medicijnen.
2. Organisch afval omzetten in voeding voor planten zodat de kringloop gesloten kan worden.
3. Organisch afval omzetten in plastic.
4. Organisch afval omzetten in brandstof voor auto's.

Wat is duurzaamheid?

1. Het produceren van afval zodat we in de toekomst in ons afval moeten leven.
2. Het uitputten van de aarde zodat we in de toekomst niet meer kunnen leven.
3. Ervoor zorgen dat we de aarde niet uitputten en dat we ook in de toekomst nog kunnen leven op een gezonde planeet.
4. Het verspillen van voedsel zodat we in de toekomst geen voedsel meer hebben.

Wat is de voedselkringloop?

1. Een kringloop waarbij consumenten voedsel maken.
2. Een kringloop waarbij afvaleters voedsel maken.
3. Een kringloop waarbij producenten voedsel maken, consumenten het eten en afvaleters en reducenten het afval afbreken tot mineralen zodat producenten weer voedsel kunnen maken.
4. Een kringloop waarbij producenten afval maken.

Wat is een gesloten kringloop?

1. Een kringloop waarin afval wordt verbrand.
2. Een kringloop waarin afval wordt gestort.
3. Een kringloop waarin er geen afval is en alles hergebruikt wordt.
4. Een kringloop waarin afval wordt begraven.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.