het Wilhelmus les 6: ritme

Les 6: gedichten en songteksten - Ritme
Doel:
Je leert wat ritme is en hoe het wordt gebruikt in gedichten en songteksten.


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 6: gedichten en songteksten - Ritme
Doel:
Je leert wat ritme is en hoe het wordt gebruikt in gedichten en songteksten.


Slide 1 - Slide

Pak je boek erbij  (blz. 156)

Slide 2 - Slide

Eerst een uitlegfilmpje
In de volgende slide ga je naar een uitlegfilmpje. Zorg dat je ingelogd bent op Magister.


Lukt het niet om het filmpje te bekijken:
Ga naar Magister --> leermiddelen.
Ga naar de link van Kern.
Ga naar het groene boek.
Ga naar inhoudsopgave.
Kies les 76 ritme
Kijk naar het uitlegfilmpje.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Wat is het metrum:
In de wilde zwarte bossen.
A
sterk-zwak
B
zwak-sterk
C
sterk-zwak-zwak
D
zwak-sterk-sterk

Slide 5 - Quiz

In de wilde zwarte bossen.

Slide 6 - Slide

Wat is het metrum:

Er leefde een ridder in Vogelenzang.
A
sterk-zwak-sterk
B
zwak-sterk-zwak
C
zwak-sterk-sterk
D
zwak-zwak-sterk

Slide 7 - Quiz

Er leefde een ridder in Vogelenzang.
zwak-sterk-zwak
zwak-sterk-zwak
zwak-sterk

Slide 8 - Slide

1

Slide 9 - Video

00:44
Wat is het rijmschema van dit gedicht?
A
AABB - CCDD
B
ABAB - CDCD
C
ABBA-CDDC
D
ABCD-ABCD

Slide 10 - Quiz

Wat is het rijmschema?

Slide 11 - Slide

Wat is het rijmschema?
A
ABCDE
B
AABBC
C
ABCAB
D
er is geen rijmschema

Slide 12 - Quiz

Schrijf de zin in je schrift.
Een katje met een grijze vacht 

zat voor de huisdeur nummer acht.

Waar komen de streepjes (klemtoon) en de boogjes (onbeklemtoond)?

Slide 13 - Slide

metrum: zwak-sterk
Een katje met een grijze vacht
   v      -   v    -       v       -     v     - 
 

zat voor de huisdeur nummer acht.
   v      -       v     -       v        -         v      -

Slide 14 - Slide

Opdracht 4 (blz 156)
Nu jullie:
Schrijf zin b en c op in je schrift.
Sla twee regels over tussen de zinnen.

Zet streepjes (-) en boogjes (V) op de juiste plek.

Slide 15 - Slide

Wat is het metrum in zin twee?

Later, mijn jongetje, word je een mannetje.
A
sterk-zwak
B
zwak-sterk
C
sterk-zwak-zwak
D
zwak-sterk-sterk

Slide 16 - Quiz

Wat is het metrum in zin 3?

Bokken slapen in hun hokken,
kippen slapen op hun stokken.
A
sterk-zwak
B
zwak-sterk
C
sterk-zwak-zwak
D
zwak-sterk-sterk

Slide 17 - Quiz

Kijk naar vraag 6 (tip: kijk naar aantal lettergrepen)

Welke zin heeft hetzelfde metrum als:

Er leefde een ridder in Vogelenzang.
A
die was elke dag bang
B
al heel lang geleden, verschrikkelijk lang
C
slapen deed hij altijd veel te lang.

Slide 18 - Quiz

Kijk naar vraag 6:

Welke zin heeft hetzelfde metrum als:

't Is warm, een warme donderdag in mei.
A
leven bomen groot als reuzen
B
groeien paddenstoelen die je niet kunt eten
C
staat een bordje 'verboden te laden en lossen'

Slide 19 - Quiz

Opdracht
Maak nu zelf een gedicht of songtekst van vier regels (het mag langer):

  • Kies uit een van de beginzinnen van opdracht 9 (blz. 157) of bedenk er zelf een.
  • Schrijf in hetzelfde metrum.
  • Je mag zelf weten of het rijmt en welk rijmschema je dan gebruikt.
  • Schrijf het gedichtje in je schrift.

Slide 20 - Slide

Ik weet wat ritme en metrum zijn.

Slide 21 - Poll

Ik kan in een dichtregel aangeven welke lettergrepen er wel en geen klemtoom hebben.

Slide 22 - Poll

Welk cijfer geef je deze les?
0100

Slide 23 - Poll