Themawoorden thema 5 week 3

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Themawoorden thema 5 week 3

Wat betekend het woord: de herberg?

1. Soort eetcafé waar je ook kunt slapen.
2. Voetbalclub
3. Discotheek
4. Winkel

Wat betekend het woord: de juwelier?

1. Een eetcafé.
2. Iemand die een winkel met sieraden heeft.
3. Een restaurant waar ze heel speciaal eten hebben.
4. Een winkel waar je gebakjes kan halen.

Wat betekend het woord: de koetsier?

1. Een boer die koeien heeft.
2. De bestuurder van een koets of rijtuig.
3. Een meneer die schoonmaakt.
4. Iemand uit Ierland op een koets.

Wat betekend het woord: op den duur?

1. Na een tijd wachten.
2. Dat betekend dat iets meteen gebeurd.
3. Iets gebeurd niet.

Wat betekend het woord: de postkoets?

1. Rijtuig wat vroeger de post van de ene naar de andere plaats bracht.
2. Een postbezorger.
3. Iemand die pakketjes bezorgd.
4. Een auto.

Wat betekend het woord: de struikrover?

1. Iemand die plantjes spaart.
2. Iemand die struiken steelt uit het tuincentrum.
3. Iemand die struiken beroofd.
4. Overvaller die vanuit de struiken zijn slachtoffer bespringt.

Wat betekend het woord: de trekschuit?

1. Schip, getrokken door een paard, dat langs het kanaal loopt.
2. Een boot die op het water drijft.
3. Een auto met een aanhangwagen.
4. Een schuit waar je op kan eten.

Welk woord past het best bij het tuincentrum?

1. In een tuincentrum kun je eten halen.
2. In het tuincentrum kan je boodschappen voor het avondeten kopen.
3. In het tuincentrum kun je planten en spullen voor de tuin kopen.
4. In het tuincentrum kan je gereedschap halen.

Wat betekend het woord: zo nu en dan?

1. Altijd.
2. Elke minuut.
3. Af en toe.
4. Nooit.

Wat betekend het woord: het rijtuig?

1. Een rij boeven die in een rij staan te wachten totdat ze de gevangenis in mogen.
2. Een auto waar mensen in vervoerd worden.
3. Een boot die op de zee vaart.
4. Wagen, getrokken door paarden. Er werden mensen in vervoerd.