oefentoets Franse revolutie

Sleep het blauwe begrip naar het juiste rode begrip.
Franse Revolutie
absolutisme
tweede stand
burgerlijke stand
terreur
Adel
de Bastille
Napoleon
Lodewijk XVI
Robespierre
1 / 17
next
Slide 1: Drag question
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Sleep het blauwe begrip naar het juiste rode begrip.
Franse Revolutie
absolutisme
tweede stand
burgerlijke stand
terreur
Adel
de Bastille
Napoleon
Lodewijk XVI
Robespierre

Slide 1 - Drag question

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie.
Past wel bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
Past niet bij Frankrijk voor de Franse Revolutie
De meeste Franse waren arm
98% van de Fransen hoorde bij de eerste stand,
Edelen betaalden geen belasting
Frankrijk was een standensamenleving
Frankrijk was een republiek

Slide 2 - Drag question

Lodewijk XVI had aan het einde van de 18e eeuw geld nodig, omdat hij hele hoge schulden had. Wat deed hij om te proberen dit probleem op te lossen?

Slide 3 - Open question

Hoe heet de periode van de Franse Revolutie na de onthoofding van koningin Marie Antoinette?

Slide 4 - Open question

Adel
Boeren en Burgers
belasting betalen
herendiensten
legerleider
voorrechten
bezit landgoederen
winkelier

Slide 5 - Drag question

Sleep de zinnen naar het goede vak: juist of onjuist.
Juist
Onjuist
De Franse koning had voor de revolutie absolute macht.
Lodewijk XVI riep de Nationale Vergadering bijeen.
Eerst vluchtte de koning, later werd hij onthoofd.
Na de revolutie werd Frankrijk een standensamenleving.
Robespierre werd de nieuwe koning van Frankrijk.

Slide 6 - Drag question

Sleep de zinnen naar het goede vak
Geen gevolg van de Franse Revolutie
Een gevolg van de Franse Revolutie
alle Fransen werden even rijk
afschaffing van het koningschap
de adel grijpt de macht
boeren gaan Frankrijk besturen
gelijke rechten voor alle Fransen

Slide 7 - Drag question

Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde. 
Burgers bestormen de gevangenis de Bastille.

De koning wordt afgezet en Frankrijk wordt een republiek.
Napoleon verliest de slag bij Waterloo.
Lodewijk XVI sterft op het schavot.
Napoleon wordt tot keizer van Frankrijk gekroond.

Slide 8 - Drag question

Om welke twee redenen werd Napoleon populair bij zijn soldaten?

Slide 9 - Open question

Het leger van Napoleon werd in Rusland niet zozeer op het slagveld verslagen maar op een andere manier. Leg dit uit.

Slide 10 - Open question

Sleep de zinnen naar het goede vak: juist of onjuist.
Een gevolg van het bestuur van Napoleon voor Frankrijk.
Geen gevolg van het bestuur van Napoleon voor Frankrijk.
De rechtspraak werd hervormd.
De adel en de geestelijkheid kreeg meer macht.
Frankrijk kreeg een burgerlijke stand
Frankrijk werd een dictatuur.

Frankrijk kreeg te maken met Terreur.

Slide 11 - Drag question

In 1804 kroonde Napoleon zich tot keizer van Frankrijk. Waarom kroonde hij zichzelf en liet hij zich niet kronen door de paus?

Slide 12 - Open question

Zet de sociale lagen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in volgorde van belangrijkheid. Begin met de belangrijkste laag. 
rijke kooplieden

ambachtslieden
bedelaars
arbeiders

Slide 13 - Drag question

Sleep de zinnen naar het goede vak
Oorzaak voor achteruitgang in de Republiek in de 18e eeuw.
Geen oorzaak voor achteruitgang in de Republiek in de 18e eeuw.
De economie van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden groeide niet meer.
De lonen waren erg gedaald.
Door grote concurrentie liepen de inkomsten in de handel terug.
Door oorlogen had de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden grote schulden.
De Rijken werkten niet meer.

Slide 14 - Drag question

Sleep de gele tekst naar de goede plek.
Adel
Geestelijken
Boeren

Slide 15 - Drag question

Wat wil de tekenaar duidelijk maken met deze spotprent?

Slide 16 - Open question

Leve Frankrijk.
A
Deze bron komt uit 1787.
B
Deze bron beeld absolutisme af.
C
Deze bron is van voor de Franse Revolutie.
D
Deze bron is van na de Franse Revolutie.

Slide 17 - Quiz