virussen en bacteriën

Bacteriën en virussen
Redders of Moordenaars
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Bacteriën en virussen
Redders of Moordenaars

Slide 1 - Slide

Wat leren we vandaag?
* We leren het verschil tussen een bacterie en virus
*We leren dat bacteriën en virussen ook nuttig kunnen zijn

Slide 2 - Slide

Virussen en bacteriën
Waar denk je aan bij een virus en waar denk je aan bij bacteriën?  In de volgende slide typ je zoveel mogelijk woorden die in je opkomen als je denkt aan deze twee begrippen

Slide 3 - Slide

virussen en bacteriën

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Zijn bacteriën altijd schadelijk?
A
Ja, ze maken je altijd ziek
B
Nee, je lichaam heeft ook bacteriën nodig

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

In het filmpje heb je gehoord dat, hoe meer bacteriën/microben er op en in je lichaam zitten, hoe gezonder je bent. Waarom is dat?
A
Omdat de microben tegen slechte bacteriën vechten
B
Omdat dat betekent dat je immuunsysteem goed werkt
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Weet ik niet

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Levend 
Levenloos
Kunnen bestreden worden met antibiotica
Antibiotica werkt niet
Delen zelf
Delen mbv gastcel
Virus
Bacterie

Slide 10 - Drag question

Vanuit de voorgaande lessen en de filmpjes vandaag heb je gehoord dat er niet alleen schadelijke bacteriën zijn. Veel bacteriën hebben we juist nodig om ons lijf goed te laten functioneren. Denk bijvoorbeeld aan de bacteriën in je darmen of op je huid. Maar ook bacteriën die ons helpen voedingsmiddelen te produceren. Denk daarbij aan yoghurt, kazen, zuurkool en medicijnen.

Slide 11 - Slide

2

Slide 12 - Video

Bacteriofagen
Nu weet je dat er niet alleen schadelijke bacteriën zijn die je ziek maken, maar weet je ook dat er bacteriën zijn die juist nuttig zijn. Bij virussen is dit ook het geval. Veel virussen zijn schadelijk voor ons, maar er zijn ook virussen die ons juist kunnen helpen gezond te blijven of te worden. Een soort virus die ons goed kan helpen is de bacteriofaag.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Wie/wat wordt er geïnfecteerd/aangevallen door een bacteriofaag
A
Mensen
B
Dieren
C
Bacteriën
D
Alle drie

Slide 15 - Quiz

Leg in eigen woorden uit, hoe een bacteriofaag te werk gaat

Slide 16 - Open question

01:58
Zowel in het filmpjes als jullie yoghurt experiment, leer je dat je de yoghurt in een warme omgeving moet laten, waarom is dat?

Slide 17 - Open question

02:31
Waardoor wordt de yoghurt dik en zuur
A
Doordat er steeds meer bacteriën in komen
B
Omdat de yoghurt niet in de ijskast staat
C
Door de gassen/stoffen die de bacteriën uitscheiden
D
Omdat de omgeving warm is

Slide 18 - Quiz

Waarom, denk je, dat een bacteriofaag nu nog niet antibiotica kan vervangen.

Slide 19 - Open question

Weet je nu het verschil tussen een virus en een bacterie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Kun je in eigen woorden uitleggen wat nuttige bacteriën en virussen zijn en wat zij dan precies doen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Kan je nog wel wat hulp gebruiken bij dit onderwerp
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 22 - Quiz