4.8 Spelling

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Bieden
Denken
Fluiten
Kruipen
Slaan
Wandelen
Antwoorden
Horen
Typen
Werken

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Splitsbaar werkwoord
niet-splitsbaar werkwoord
onderstrepen
overwinteren
weglopen
omhelzen
voorspellen
opschuiven
voorlezen
afsnijden
terugvinden
overhoren
stofzuigen
ontbijten
opblazen
volproppen
opschrijven

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vul het juiste BN in
De bodem van de pizza was verbrand.
De ... pizzabodem

Slide 9 - Open question

Vul het juiste BN in
De wedstrijd hebben we verloren.
De ... wedstrijd

Slide 10 - Open question

Vul het juiste BN in
De bewoners hebben hun huis verlaten.
Het ... huis

Slide 11 - Open question

Maak een bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord.
Die (buigen) ... houding is niet goed voor je rug.

Slide 12 - Open question

Maak een bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord.
De nieuw (inrichten) ... woonkamer maakte haar blij.

Slide 13 - Open question

Maak een bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord.
De (haten) ... woordjes leerde ik snel.

Slide 14 - Open question

Maak een bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord.
Het (verroesten) ... slot zit muurvast

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Samenstellingen met tussen -n
De regel is dat je de tussen -n altijd schrijft als je hem hoort. Er zijn een paar uitzonderingen hierop:
  1. Het eerste deel van de samenstelling is geen ZN   -  reuzeleuk
  2. Het eerste deel van de samenstelling heeft meervoud op -en én op -s          groentesoep
  3. Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud - benzinepomp / rijstepap
  4. Het eerste deel van de samenstelling is uniek (er is er maar 1 van) -  maneschijn / zonnebril

Slide 17 - Slide

Wel of geen tussen -s? Schrijf de hele samenstelling op.
station + klok

Slide 18 - Open question

Wel of geen tussen -s? Schrijf de hele samenstelling op.
verkeer + agent

Slide 19 - Open question

Wel of geen tussen -s? Schrijf de hele samenstelling op.
afdeling + chef

Slide 20 - Open question

Wel of geen tussen -n? Schrijf de hele samenstelling op.
spin + web

Slide 21 - Open question

Wel of geen tussen -n? Schrijf de hele samenstelling op.
hond + hok

Slide 22 - Open question

Wel of geen tussen -n? Schrijf de hele samenstelling op.
peer + sap

Slide 23 - Open question

Wel of geen tussen -n? Schrijf de hele samenstelling op.
reus + leuk

Slide 24 - Open question

Wel of geen tussen -n? Schrijf de hele samenstelling op.
ziek + huis

Slide 25 - Open question

Wel of geen tussen -n? Schrijf de hele samenstelling op.
zon + bril

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide