Spreken 2

Welkom!

Terugblik

Wat zijn de kenmerken van een goede stelling?

1. Altijd een vraag. Je mening wordt dan gegeven. Geen discussie mogelijk.
2. Het is een vraag. Het is een feit. Er zijn voor- en tegenstanders
3. Het is nooit een vraag. Het moet een discussie op gang brengen. het is geen feit
4. Het draait om verschillende meningen. Het moet waar zijn.

Wat is waar?

1. Een argument en een stelling zijn hetzelfde.
2. Een argument is elke willekeurige gedachte die bij je opkomt.
3. Bij argumenten moet je bedenken wat de voor- en nadelen zijn. We zijn er bij de stelling betrokken en wat voor effect heeft de stelling op mensen.
4. Met argumenten geef je aan dat je het eens bent met de stelling.

Theorie

- Stelling

- Argument

- Standpunt

Lesdoel

Aan het einde van de les weet iedere student, wat hij/zij moet doen voor de presentatie van zijn/haar stelling.

Aan de slag!

Maak een PowerPoint 2F

- Stel jezelf voor

- Vertel welke stelling je gaat bespreken

- Leg uit waarom je deze stelling hebt gekozen

- Geef jouw mening ten opzichte van de stelling

- Geef twee redenen waarom je dat vindt

- Geef een voorbeeld uit je eigen omgeving om je mening te

   ondersteunen

- Eindig met een laatste slide: "Heeft u nog vragen?"

Maak een PowerPoint 3F

- Stel jezelf voor

- Vertel waar je presentatie over gaat

- Vertel welke stelling je gaat bespreken en waarom je deze hebt gekozen

- Leg uit waarom je deze stelling hebt gekozen

- Geef jouw mening ten opzichte van de stelling

- Geef twee redenen waarom je dat vindt en onderbouw deze met argumenten

- Noem twee argumenten die tegenstanders van jouw standpunt gebruiken

- Vertel waarom jij het niet eens bent met deze argumenten

- Geef een advies, verwachting of voorspelling voor de toekomst die te maken heeft met jouw

   stelling

- Vat als laatste jouw presentatie nog even kort samen

Voorbeeld Stelling

Huiswerk moet worden afgeschaft

Het is een zin, het bevat geen mening, het lokt discussie uit

Voorbeeld

Zullen we afspreken?
Nee, want ik heb huiswerk.

'want ik heb huiswerk' is een reden waarom je niet kunt afspreken. Dat noemen we een argument.

Lesdoel behaald? De student weet wat hij/zij moet doen om de presentatie van de stelling te maken

1. ja, ik kan een PowerPoint maken en heb geen hulp meer nodig
2. een beetje, heb nog hulp nodig
3. nee, ik snap het nog steeds niet

Dank voor jullie inzet