2.1: Onrust in de kerk (2)

2.1: Onrust in de kerk
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1: Onrust in de kerk

Slide 1 - Slide

Deze les:
  •  Bespreken opdracht Luther
  • Bespreken stelling uit de vorige les
  • uitleg begrippen van de paragraaf
  • aan de slag met de opdrachten bij deze paragraaf.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... heb je laten zien dat je weet welke rol Luther heeft gespeeld in de reformatie
.. kun je uitleggen wat het renaissance denken te maken heeft met het ontstaan van een nieuwe kerk.
... kun je uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: aflaat, Hervorming, Reformatie, protestantse kerk, predistinatie

Slide 3 - Slide

Tijdlijn Luther

Slide 4 - Mind map

Afsluiting:
Je hebt nu meer geleerd over Luther, zorg dat je de volgende les aan kunt geven of je het eens of oneens bent met de volgende stelling:
"De kritiek die Luther had op de kerk en de hervorming die dit als gevolg had hadden niet kunnen ontstaan zonder de Renaissance" 

Slide 5 - Slide

"De kritiek die Luther had op de kerk en de hervorming die dit als gevolg had hadden niet kunnen ontstaan zonder de Renaissance"

Slide 6 - Open question

Wat is de mening van de persoon die deze afbeelding heeft getekend?

Slide 7 - Open question

Waar gaat deze afbeelding over?

Slide 8 - Open question

Is de tekenaar een voor of tegenstander van de handel in aflaten? Leg je antwoord uit

Slide 9 - Open question

Uitleg 2.1: 
Doel: Na deze uitleg kun je een antwoord geven op de deelvraag.

Hoe leidde kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de Reformatie en uiteindelijk tot een splitsing in de christelijke kerk?

Slide 10 - Slide

Misstanden in de katholieke kerk:
  • priesters en monniken vertelden gelovigen dat ze zich aan de regels moesten houden maar lapten deze zelf aan hun laars.
  • paus en bisschoppen leefden in grote weelde (rijkdom) en probeerden steeds meer macht te krijgen.
  • pastoors kregen wel inkomsten maar lieten het werk vaak over aan slecht betaalde kapelaans. 
  • ruim een kwart van de priesters had een vrouw en kinderen, dit werd toegestaan zolang de priester jaarlijks een boete betaalde. 

Slide 11 - Slide

Welke misstanden van de priesters worden er genoemd in de bron?

Slide 12 - Open question

Luther ontketent de Hervorming:
  • vraag: Hoe kon je er zeker van zijn dat je later naar de hemel zou gaan?
  • kritiek op de manier waarop geld werd ingezameld voor de bouw van de Sint Pieterskerk in Rome
  • aflaathandel is volgens Luther bedrog, alleen door oprecht te geloven kon je met Gods genade in de hemel komen.
  • 1517: 95 stellingen, kritiek op de kerk.
  • Leiders van de katholieke kerk doen Luther in de ban
  • Keizer Karel V eist dat Luther zijn kritiek herroept maar Luther weigerde dat

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De protestantse kerken:
  • Keizer verklaard Luther vogelvrij
  • Bescherming bij de hertog van Saksen.
  • godsdienst oorlog binnen het Duitse rijk.
  • 1555: Vrede van Augsburg, iedere vorst mocht vanaf nu in zijn gebied het geloof zelf bepalen. 

Slide 15 - Slide

De protestantse kerken:
  • Hervorming/ Reformatie leidde tot de stichting van een nieuwe kerk: de protestantse
  • Luther vertaalde de bijbel in het Duits, nu kon iedereen Gods woord zelf lezen.

Slide 16 - Slide

Johannes Calvijn: 
  • nadruk op Gods almacht
  • God had volgens Calvijn al van tevoren besloten wie er naar de hemel mochten en welke mensen niet (predestinatie)
  • De mens moest God eren door te bidden en door te leven volgens strikte regels. 

Slide 17 - Slide

Calvijn en de overheid:
  • volgens Luther waren vorsten door God aangesteld. Onderdanen moeten daarom altijd gehoorzamen
  • Calvijn: mensen hoeven een bevel van de overheid niet te gehoorzamen als dit in strijd is met Gods wil.
  • Luthers aanhang in de Nederlanden beperkt na 1560 groeit wel het aantal Calvijnisten

Slide 18 - Slide

Aan de slag:
Maak van deze paragraaf de volgende opdrachten (blz. 36 t/m 38) 1, 4, 6, 7, 8, 10

klaar? Maak dan de verdieping van 2.1 (werkboek: blz. 39 +40 lesboek:34 en 35)

Slide 19 - Slide