This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Afschrijvingen & Reserveringen
Duurzame productiemiddelen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Aan het einde van de les
- Ken je de 2 afschrijvingsmethodes
-kunnen jullie berekenen hoe je op 2 verschillende manieren kunt afschrijven.
- weet je wat reserveringen zijn
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Afschrijving
Een afschrijving is een waardevermindering van een duurzaam productiemiddel.
LET OP: Afschrijven valt onder kosten (daling EV) en het is dus GEEN uitgave (daling LM)
Wat is een duurzaam productiemiddel?
Slide 3 - Slide
Auto, kraan, een machine etc. Een DPM gaat lang mee en slijt gedurende de jaren waardoor het middel minder waard wordt.
Slide 4 - Video
This item has no instructions
Hoeveel schrijf je per jaar af?
2 verschillende manieren van afschrijven:
Vast bedrag per jaar
Vast % van de boekwaarde
Denk er wel om dat je altijd rekent met de economische levensduur dus niet de technische levensduur!!!!
Slide 5 - Slide
Technische levensduur is hoelang het middel daadwerkelijk meegaat. En de economische levensduur is hoelang jij het middel gebruikt en dus moet je deze periode ook gebruiken om af te schrijven.
Manier 1: Vast bedrag per jaar afschrijven
Wat heb je nodig:
Aanschafwaarde
Restwaarde
(Economische) levensduur
(Aanschafwaarde - Restwaarde)/(Economische) levensduur = Afschrijving per jaar
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Een ijsjesmachine kost €2.470. De restwaarde is €300. De economische levensduur is 7 jaar. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?
Slide 7 - Open question
This item has no instructions
Manier 2: vast % van de boekwaarde afschrijven
Wat heb je nodig:
Aanschafwaarde/boekwaarde
het % wat je jaarlijks wilt afschrijven
Boekwaarde = aanschafwaarde - afschrijving
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Een computer kost €7.000 en heeft een economische levensduur van 5 jaar. Men verwacht geen restwaarde. Wat is de afschrijving in het 1e jaar als het afschrijvingspercentage 25% is?
Slide 9 - Open question
This item has no instructions
Uitgaande van de vorige vraag:
Wat zal het bedrijf in het 2e jaar gaan afschrijven? En wat in het 3e jaar?
Slide 10 - Slide
2e jaar = (7000-1750) x 25% = 1312,50
3e jaar = (5250-1312,50) x 25% = 984,38
Reserveringen
Om de reserveringen te berekenen gebruiken we de volgende berekening:
reservering per maand =
(toekomstige aanschafwaarde − restwaarde) ÷ aantal maanden.
Slide 11 - Slide
This item has no instructions
Reserveringen
Je koopt een nieuwe auto van €20.000 je verwacht de auto 6 jaar te gebruiken
Na deze 6 jaar kan je de auto inruilen voor €8.000.
Over 6 jaar wil je een auto kopen van €26.000
hoeveel moet je hier elke maand voor reserveren?
reservering per maand =
(toekomstige aanschafwaarde − restwaarde) ÷ aantal maanden.