bs 6

ziekteverwekkers

er zijn verschillende ziekteverwekkers: bacteriën, schimmels, virussen.

Je lichaam doet zijn best om deze buiten te houden, of als ze toch binnenkomen ze snel onschadelijk te maken.

1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

ziekteverwekkers

er zijn verschillende ziekteverwekkers: bacteriën, schimmels, virussen.

Je lichaam doet zijn best om deze buiten te houden, of als ze toch binnenkomen ze snel onschadelijk te maken.

Slide 1 - Slide

Algemene afweer
Huid
Slijmvliezen
Maagzuur

Slide 2 - Slide

infectie

Als ziekteverwekkers in je lichaam komen heb je een infectie.

Eerst zijn het nog niet zoveel ziekteverwekkers en voel je daar niet zoveel van.

Maar als deze zich vermeerderen ga je je zieker voelen.

De tijd tussen de infectie en de ziekteverschijnselen noem je incubatietijd.

Slide 3 - Slide

antigenen

Aan de buitenkant van bepaalde cellen zitten eiwitten, deze noem je antigenen.

Je hebt 2 soorten: lichaamseigen en lichaamsvreemde antigenen.

lichaamseigen zitten op je eigen cellen, lichaamsvreemde op ziekteverwekkers.

Slide 4 - Slide

infectie

als je lichaam geïnfecteerd raakt dan gaat je lichaam reageren op de antigenen van de ziekteverwekker.

De witte bloedcellen maken antistoffen om de ziekteverwekker onschadelijk te maken of de witte bloedcel vernietigd de lichaamsvreemde cel zelf.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

antibiotica

Als je lichaam de ziekteverwekkers niet zelf kan opruimen en je ziek wordt dan kun je medicijnen slikken.

Een voorbeeld hiervan is antibiotica. Dit dood bacteriën en sommige schimmels. Niet alleen de slechte bacteriën worden gedood, maar ook de goede.

-Resistent tegen antibiotica.

Slide 8 - Slide

Natuurlijke immuniteit

Als je de ziekte al een keer hebt doorgemaakt kun je de ziekte niet meer krijgen.

Slide 9 - Slide

actieve immunisatie (kunstmatig)

vaccineren of inenten

Je spuit een dode/verzwakte ziekteverwekker in. Deze kan zich niet delen of giftige stoffen aanmaken.

Het lichaam gaat wel antistoffen aanmaken tegen de ziekteverwekker, deze blijven de rest van je leven in je bloed. Je kunt daarna niet meer ziek worden van deze ziekteverwekker.

Slide 10 - Slide

passieve immunisatie

Er wordt direct een antistof ingespoten (serum). Hierdoor kan een ziekteverwekker meteen worden gedood.

Dit gebeurd als je niet kunt wachten tot het lichaam zelf antistoffen gaat aanmaken, bijvoorbeeld bij een slangenbeet.

Als de arts niet weet welk antistof je nodig hebt geeft hij je een cocktail van antistoffen. De antistoffen blijven maximaal een jaar in het lichaam.

Slide 11 - Slide

Allergie
Hierbij reageert je afweersysteem heftig op stoffen waar je allergisch voor bent.
Bv: pollen/huisstofmijt/bepaald voedsel

Slide 12 - Slide

maak
1-2+4-7

Slide 13 - Slide