De autobezitter
Er stapt een man in een auto
verricht de nodige handelingen
voor het rijden
en rijdt daarna
dan ook
inderdaad weg
Slaap
De oude wind beweent met as de gouden zee
daarop traag en treurend drijft de dag weg
het sterft het streng en trouw gesprek en een zucht
verheft zich tussen de donkere doornen
wit schichtig de tred van de maan
In de diepte en onder zwijgzaamheid
trekken toekomstige handen naar
het werk aan waters en aan de wortel.
In wolken echter rusten
nu overbodige ogen uit
hun ijle vleugels sluiten alom
in het sterstijve licht.