Stap 2: Schrijf je gedichten
Onzingedicht: Gebruik rare woorden, verzin eigen taal of speel met klanken. Laat logica los: alles mag!
Bijvoorbeeld: een stad gemaakt van pudding of een wezen dat achteruit praat.
Realistisch gedicht: Gebruik concrete details en zintuiglijke beschrijvingen. Zorg dat de lezer het beeld kan voelen, ruiken, horen of zien.
Bijvoorbeeld: een treinreis op een regenachtige dag of een zomermiddag in de stad.