Spellingsregels: weet je het nog?
1. Korte klank: hoor je een klinker? Dan schrijf je 2 medeklinkers
Bijvoorbeeld: plassen, netten, bollen, bevatten
2. Lange klank: hoor je 2 dezelfde klinkers? Dan schrijf je 1 klinker
Bijvoorbeeld: zagen, laten, praten, varen