Zorg(leef)plan vervolg

Zorgplan
Leefplan
Ondersteuningsplan
Begeleidingsplan
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zorgplan
Leefplan
Ondersteuningsplan
Begeleidingsplan

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken volgens plan van belang.
In de VVT wordt het zorgleefplan gebruikt, in de gehandicaptenzorg het ondersteuningsplan en in de GGZ
het begeleidingsplan. Deze plannen verschillen onderling wel wat van elkaar, maar de basis is steeds
hetzelfde: methodisch werken, ook wel planmatig werken genoemd.
Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken volgens plan van belang.
VVT:  zorgleefplan
Gehandicaptenzorg: ondersteuningsplan
GGZ: begeleidingsplan

Deze plannen verschillen onderling wel wat van elkaar, maar de basis is steeds
hetzelfde: methodisch werken, ook wel planmatig werken genoemd.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat staat er in het zorgplan?
In het zorgplan leg je de voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt vast. Hierbij heb je als zorgverlener niet alleen aandacht voor de persoonlijke verzorging maar kijk je naar alle aspecten die belangrijk zijn voor kwaliteit van leven van een cliënt. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Methodisch werken
  • Doorlopen van vaste stappen
  • Evalueren
  • Bijstellen

Doel: planmatig en gestructureerd werken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke wetten hebben het opstellen en bijstellen van een zorgplan verplicht?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Waaraan moet een zorgplan
volgens de wetgeving voldoen?

Slide 6 - Mind map

WLZ:
De cliënt moet de gelegenheid krijgen om zich voor te bereiden op het gesprek. Om dit goed te doen kan de zorgverlener hem een persoonlijk plan geven, dat de cliënt van te voren zelf kan invullen. De zorgverlener moet dan uiteraard de dingen die in dit plan staan ook meenemen in het zorgplan.
De mantelzorger mag, als de cliënt dit wil, altijd bij de zorgplanbespreking aanwezig zijn.
Beide, cliënt en mantelzorger kunnen ook gebruik maken van een cliëntondersteuner om het gesprek nog beter te kunnen voeren.

In de wet is ook vastgelegd dat dat gesprek zo snel mogelijk na de start van de zorg moet plaatsvinden. Het volgende moet worden besproken:

Wat het doel is van de zorg en hoe dat doel bereikt wordt.
Wie wat gaat doen.
Hoe de cliënt zijn leven in wil richten en welke ondersteuning de zorgverlener daarin kan bieden.
Hoe vaak er geëvalueerd zal worden en dat moet minimaal 2x per jaar.

ZVW
Voldoen aan richtlijn voor goede verslaglegging.
https://www.zorgleefplanwijzer.nl/images/stories/documenten/samenvattingskaart-verpleegkundige-en-verzorgende_verslaglegging.pdf


    De cliënt moet instemmen met het plan.
    De cliënt of diens wettelijke vertegenwoordiger dient het zorgplan te ondertekenen.
    De regie en zeggenschap over het zorgplan ligt bij de cliënt.
    De cliënt heeft te allen tijde inzage in het zorgplan.
    Zelfmanagement en eigen kracht zijn leidend bij het opstellen van de doelen in het zorgplan.
    Aard, omvang en beoogde duur van zorgverlening is altijd onderdeel van het zorgplan. Het zorgplan vermeldt daarnaast de prestaties.
    Er moet altijd een zorgplan worden geschreven, inhoud en omvang is afhankelijk van complexiteit zorgvraag.
    De evaluatie van het zorgplan is afhankelijk van de context, maar wordt in ieder geval bijgesteld indien meer dan 10% van de zorgvraag afwijkt.


Wat is de registratielast in je eigen (toekomstige) instelling. Wat gaat goed en wat zijn verbeterpunten. Wie en wat heb je daarbij nodig?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Stap 1 Gegevens verzamelen
Hoe doe je dat?
Met wie?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stap 2 Vaststellen van behoeften en problemen

Behoefte?
Problemen?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

PES structuur
P
E
S

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tom is bekend met ASS. Hij raakt snel overprikkeld door geluiden. Hij draagt daarom graag een koptelefoon die geluid dempt. Hij wilt altijd op dezelfde stoel zitten. Als iemand anders hierop gaat zitten dan krijgt hij een woede uitbarsting. Tom vertoont fladdergedrag als hij overprikkelt raakt. Uiteindelijk kan hij een woede uitbarsting krijgen bij hevige overprikkeling. Een vaste dagstructuur is belangrijk voor hem. Vul een PES in.


Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Stap 3 Vaststellen van zorgdoelen

Waarom doe je dat?
Hoe?
Met wie?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

SMART
Wat is dat en waar gebruik je het voor?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oefening
De cliënt kan zelfstandig uit bed en zichzelf wassen.

Is dit doel SMART geformuleerd?
Waarom wel, waarom niet?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Specifiek
De patiënt kan zelfstandig uit bed en kan zichzelf wassen.
Ik en de patiënt. Elke ochtend bij het wekken.
Het is voor het herstel en de zelfredzaamheid van de patiënt belangrijk zichzelf te kunnen wassen.
Meetbaar
Als de patiënt voor zijn ontslag in de ochtend zelfstandig uit bed kan komen en zich kan wassen is het doel gehaald.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Acceptabel
Ik moet de patiënt overtuigen van het belang van zijn zelfredzaamheid en helpen bij het bevorderen ervan. Ik ben bekwaam om deze taak te verzorgen.
Realistisch (Relevant)
Ja, de nodige inspanningen voor het behalen van het doel zijn aanvaardbaar.
Ja, voor de patiënt. Ja, ik beschik over de benodigde tijd, ruimte, middelen en omstandigheden.
Tijdgebonden
Over 9 dagen is de patiënt instaat zelfstandig uit bed te komen en zichzelf zonder hulp te wassen.
Acceptabel
Ik moet de patiënt overtuigen van het belang van zijn zelfredzaamheid en helpen bij het bevorderen ervan. Ik ben bekwaam om deze taak te verzorgen.
Realistisch (Relevant)
Ja, de nodige inspanningen voor het behalen van het doel zijn aanvaardbaar. Ja, voor de patiënt.
Ja, ik beschik over de benodigde tijd, ruimte, middelen en omstandigheden.
Tijdgebonden
Over 9 dagen is de patiënt instaat zelfstandig uit bed te komen en zichzelf zonder hulp te wassen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Juist gefomuleerde SMART doel
Het is de kunst de antwoorden op deze vragen te bundelen in een geformuleerd SMART doel:

De zorgvrager is binnen 5 dagen instaat om voor 09:00 zelfstandig uit bed te komen en zich te wassen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

SMART doel formuleren
Formuleer een SMART doel bij je PES uit de eerdere opdracht

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tom is bekend met ASS. Hij raakt snel overprikkeld door geluiden. Hij draagt daarom graag een koptelefoon die geluid dempt. Hij wilt altijd op dezelfde stoel zitten. Als iemand anders hierop gaat zitten dan krijgt hij een woede uitbarsting. Tom vertoont fladdergedrag als hij overprikkelt raakt. Uiteindelijk kan hij een woede uitbarsting krijgen bij hevige overprikkeling. Een vaste dagstructuur is belangrijk voor hem.
Maak een SMART doel

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Stap 4 Vaststellen en plannen van zorgactiviteiten



Wat houdt dit in?
Hoe zien jullie dit?
Noem wat voorbeelden?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Databank interventies
https://www.databankinterventies.nl/ 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stap 5 Uitvoeren van de zorgactiviteiten volgens planning



Wat is hierin belangrijk?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Noem aandachtspunten/regels voor
rapportage

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

SOAP (of SOEP) -methode
Door gebeurtenissen zoveel mogelijk volgens de SOAP (of
SOEP)-methode* te beschrijven zorgen we voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages.
Houd in gedachten dat SOAP/
SOEP een handvat biedt, maar niet dwingend is. Laat gerust
letters leeg, als je rapportage maar duidelijk is.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Subjectief: 
Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: 
Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie:
Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O) gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: 
Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
S: Mevrouw vertelt me dat haar vinger tussen de deur heeft
gezeten
O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd
A/E: Vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de
deur gezeten, zij heeft pijnklachten
P: Ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de
kraan laten houden. Dokter gebeld voor overleg. Hij komt
vanmiddag naar de vinger kijken.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Mw moest vaak naar het toilet. Maak hier een SOEP rapportage van

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Wat vind je van onderstaande rapportages?

  1.  Dhr. gaat te weinig naar zijn familie toe.
  2. Mw is depressief.
  3. De wond is verzorgd volgens afspraak.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Stap 6 Evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg

Hoe vaak?
Wat evalueer je?
En dan?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions