Taalverzorging hoofdletters en leestekens 2e les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift







1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift







Slide 1 - Slide





  • Ga lekker zitten. 
  • Pak je boek en lees.
  • Veel plezier!
Stillezen
timer
1:00

Slide 2 - Slide

  • Hoofdletters en leestekens 
  • Citaten


Check: schrijf de zin over in je schrift. Gebruik hoofdletters en leestekens waar dat moet. Let op: het is een citaat!
  • de klas zei wij hebben wel weer zin in vakantie
Vorige les

Slide 3 - Slide

  • Nog niks :)

Huiswerk

Slide 4 - Slide

  • In de week van 9 oktober
  • PTA-A (taalverzorging): herkansbaar
Toets

Slide 5 - Slide






Taalverzorging





















Na de lessen deze week...

  • kun je hoofdletters, punten, vraagtekens, komma's en aanhalingstekens goed gebruiken, ook in citaten. 
Doel

Slide 6 - Slide

Je kunt hoofdletters, punten, vraagtekens, komma's en aanhalingstekens goed gebruiken, ook in citaten. 


Doel

Slide 7 - Slide


Wat?
  • Nakijken opdrachten die je hebt gemaakt
  • Basis: opdr. 1, 2 en 3, blz. 37
  • Kader: opdr. 2 en 3, blz. 28/29

Hoe?
  • Boek + schrift
  • Nakijkboeken voorin

Klaar? 
  • Opdrachten die je nog niet af hebt, afmaken
  • Basis: opdr. 4, 5 en 6, blz. 38/39
  • Kader: opdr. 4 en 5, blz. 29



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 8 - Slide






Na deze les...
  • kun je hoofdletters, punten, vraagtekens, komma's en aanhalingstekens goed gebruiken, ook in citaten. 


Doel

Slide 9 - Slide

In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist gebruikt?
A
De zanger vertelde: 'Vanavond treed ik op in Rotterdam.'
B
De zanger vertelde: 'Vanavond treed ik op in Rotterdam'.
C
De zanger vertelde: 'vanavond treed ik op in Rotterdam.'
D
De zanger vertelde 'Vanavond treed ik op in Rotterdam.'

Slide 10 - Quiz

In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist gebruikt?
A
Jayden zei: Ik ben in Groningen geboren, maar ik woon al 5 jaar in Assen.
B
Jayden zei :'Ik ben in Groningen geboren, maar ik woon al 5 jaar in Assen.'
C
Jayden zei: 'Ik ben in Groningen geboren, maar ik woon al 5 jaar in Assen.'
D
Jayden zei: 'ik ben in Groningen geboren, maar ik woon al 5 jaar in Assen'.

Slide 11 - Quiz

In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist gebruikt?
A
Mijn vader vroeg:'Zullen we volgend jaar naar Finland op vakantie gaan?'
B
Mijn vader vroeg: 'Zullen we volgend jaar naar Finland op vakantie gaan?'
C
Mijn vader vroeg: 'zullen we volgend jaar naar Finland op vakantie gaan?'
D
Mijn vader vroeg: 'Zullen we volgend jaar naar Finland op vakantie gaan'?

Slide 12 - Quiz

Volgende lessen
Woensdag:
  • Naar de mediatheek om boek uit te zoeken
  • Verder werken aan hoofdletters en leestekens




Slide 13 - Slide