Havo 3 week 7

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3 week 7/8

I. conduire-suivre

II. le conditionnel

III. poser des questions

à faire : 

trainen werkwoorden

test jezelf 3.4

samen ; (48) en 51

leren : woorden 1 tm 4

Le verbe conduire

présent ; je conduis                   - ik rijd

passé composé : j'ai conduit - ik heb gereden

imparfait : je conduisais           - ik reed

futur : je conduirai                       -ik zal rijden

conditionnel : je conduirais   - ik zou rijden

Welke vorm is juist :

1. il conduis
2. elle as conduit
3. nous conduirions
4. elles conduirent

nous conduirions betektent :

1. wij zullen rijden
2. wij zouden rijden
3. wij reden
4. wij rijden

wat is de vertaling van wij reden?

1. nous conduirions
2. nous avons conduit
3. nous conduisons
4. nous conduisions

elle conduira

elle conduit

elle conduisait

elle conduirait

elle a conduit

vous conduirez

zij zou rijden

zij rijdt

zij zal rijden

zij reed

jullie zullen rijden

zij heeft gereden

suivre

présent : je suis - ik volg

passé composé : j'ai suivi- ik heb gevolgd

imparfait: je suivais- ik volgde

futur: je suivrai- ik zal volgen

conditionnel : je suivrais- ik zou volgen

Welke vorm is juist?

1. elle suis
2. nous avons suivis
3. tu suis
4. nous suivrez

nous suivrons betekent:

1. wij volgen
2. wij volgden
3. wij zullen volgen
4. wij zouden volgen

wat is de vertaling van : zij zou volgen

1. elles suivront
2. elle suivra
3. elle aurait suivi
4. elle suivrait

wat is de vertaling van zij zouden volgen

1. ils suivraient
2. ils suivront
3. elles suivront
4. elles suivent

on suivrait

tu suivrais

tu suivras

tu suivais

tu as suivi

tu suis

jij zal volgen

men volgde

jij volgde

jij hebt gevolgd

jij zou volgen

jij volgt

- In magister staat een trainer over de twee werkwoorden CONDUIRE en SUIVRE : maak de trainer in je aantek.schrift en upload er een foto van in magisteropdrachten.

-check of je je huiswerk les 4  af hebt.

-