What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4-27jan
Tegenstellingen
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tegenstellingen
Slide 1 - Slide
Vorige les
Meervoud met
-en -ie
/ Opdr. 4 + 5 (blz. 98,99)
Spelling sterke werkwoorden
(Bladzijde 100) Startopdracht + opdr. 1 + 2+3
Slide 2 - Slide
Even opfrissen:
Wat is een sterk werkwoord?
Slide 3 - Open question
Doel van deze les
- Je leert een woordraadstrategie -->
zoek een tegenstelling
Slide 4 - Slide
Geef een voorbeeld van een tegenstelling die je kent
Slide 5 - Open question
Startopdracht
Bekijk de volgende woorden -->
1) Werk in tweetallen
2) kies om de beurt (3x) een woord dat je kent en leg aan je klasgenoot uit wat het betekent.
amateur
camper
conditie
dieet
doping
finish
picknick
prestatie
record
supporter
wintersport
timer
3:00
Slide 6 - Slide
Heb je de betekenis van een woord uitgelegd door een tegenstelling te noemen?
Ja
Nee
Slide 7 - Poll
woordraadstrategie: tegenstelling zoeken
Een
tegenstelling
kan je soms herkennen aan de vorm.
- Soms bestaat de
tegenstelling
uit het basiswoord plus een
voorvoegsel
als
-a, on-, in-, im-, ir- (=niet-):
symmetrisch
<->
a
symmetrisch
zorgvuldig
<->
on
zorgvuldig
actief
<->
in
actief
Slide 8 - Slide
Even een weetje.
Hoe noem je met een moeilijk woord een tegenstelling ook wel?
A
tegenslag
B
counter
C
antoniem
D
contrapunt
Slide 9 - Quiz
Wat is de tegenstelling van
LEGAAL?
Slide 10 - Open question
Wat is de tegenstelling van
PRODUCTIEF
Slide 11 - Open question
Voorvoegsels
Bij productief en legaal krijg je dus voorvoegsels!
IM
productief
IL
LEGAAL
Slide 12 - Slide
Vervolg tegenstelling
Soms is een
tegenstelling
een heel ander woord
optimist <->
pessimist
ingang <->
uitgang
Slide 13 - Slide
Wat is het antoniem (de tegenstelling) van
STERK
Slide 14 - Open question
Wat is het antoniem (de tegenstelling) van
MENTAAL
Slide 15 - Open question
Een tegenstelling
volgt vaak na een
signaalwoord,
zoals
maar / anderzijds / daarentegen / echter / evenwel / hoewel
aan de andere kant / tegenover
Slide 16 - Slide
Oefenen!
Maken:
opdrachten 2 t/m 7 (bladzijde 120-122)
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Woordenschat H4
April 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H.4 Woordenschat: zoek een tegenstelling
March 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Over taal (opdr 31-33 rvl)
November 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Over taal
May 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordenschat synoniemen
September 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordenschat synoniemen
September 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woorden 3.3 Les 2 Antoniemen
February 2021
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordenschat H3 en H4
February 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1