Werkwoordelijke gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Wij hebben gisteren hardgelopen.
Persoonsvorm?

1. wij
2. Hebben
3. Hebben hardgelopen
4. gisteren

Hoe zat het ook alweer?

De persoonsvorm vind je door:

De zin vragend te maken 

De zin in een andere tijd te zetten 

meervoud of enkelvoud maken van de zin 

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.

1. Jacob
2. gamen
3. wil
4. graag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wij halen morgen een hond uit het asiel.

1. hond
2. morgen
3. wij
4. halen

noem werkwoorden

Werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde zijn de persoonsvorm en alle andere werkwoorden in de zin.

BV:

Ik ga met mijn vrienden zwemmen.

pv= ga

wg = ga zwemmen

Wat is het wg?

Mijn ouders en ik gaan elke zomer in Frankrijk kamperen.

Wat is het wg?
De jongen had hard gerend.

Wat het wg?
Ik zou graag een nieuwe fiets willen hebben.

Wat is het wg?
Mijn broer en ik zouden graag een taart willen bakken voor mijn oma.

1. zouden
2. willen bakken
3. zouden bakken
4. zouden willen bakken

Wat is het wg?
De buurman rijdt altijd hard.

1. rijdt
2. rijdt hard
3. de buurman
4. altijd

Wat is het wg?
Wij fietsen naar huis.

Wat is het wg?
De bus is te laat vertrokken.

Wat is het wg?
Wij zijn naar een museum geweest.

Wat is het wg?
Voor mijn verjaardag had ik graag een nieuwe iPad willen krijgen.