Thema 4 ordening (alleen 4.2 en 4.6 doen!)

planning=

  • wanneer PW 
  • waarover gaat  PW
  • afronden thema 2
  • uitleg nieuwe stof
  • huiswerk maken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

planning=

  • wanneer PW 
  • waarover gaat  PW
  • afronden thema 2
  • uitleg nieuwe stof
  • huiswerk maken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Proefwerk staat gepland op:

Maandag 6 november 





Eerder kon niet, vanwege PW´s van wiskunde en NaSk. 

Slide 3 - Slide

Maandag 6 november 
Wat moet je leren?
van thema 1 - basisstof 1.1 t/m 1.6
van thema 2 - basisstof 2.1 t/m 2.8
van thema 4; - basisstof 4.2 + 4.6

Je hebt dus nog 2 weken om een planning te maken en te kijken wanneer je wat gaat leren (en hoe). 



Slide 4 - Slide

afronden thema 2
Afronden oude huiswerk (= 2.8 opdracht 1 t/m 7) nog voor de leerlingen die nu op het bord komen ------->>>>

Had je je HW in orde, ga dan aan de slag met het maken van:
  • de TEST JEZELF´s 
  • van thema 2
  • van basisstof 2.1 t/m 2.8

timer
15:00

Slide 5 - Slide

Willen jullie nog een keer 15 minuten om verder te werken aan de TEST JEZELF´s van thema 2???
timer
15:00

Slide 6 - Slide

chromebook dicht!

Slide 7 - Slide

4.2 Organismen ordenen 

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 4.2
  1. Ik kan organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
  2. Ik kan de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren. 

Slide 9 - Slide

Twee hoofdgroepen
Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 10 - Slide

Indelen op basis van kenmerken;



Prokaryoten; hebben geen celkern EN altijd eencellig. 
Bacteriën zijn prokaryoten. 
Eukaryoten; hebben wel een celkern en kunnen een- of meercellig zijn. Schimmels, planten en dieren zijn eukaryoten. 

Slide 11 - Slide

Welke kenmerken????
Bij de indeling van organismen kijken 
biologen naar de kenmerken die verschillen:
  • aantal cellen
  • aanwezigheid van celkernen
  • aanwezigheid van celwanden
  • aanwezigheid van bladgroenkorrels
  • relatieve grootte

Slide 12 - Slide

Celkenmerken
  • Op basis van celkenmerken 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aantal cellen
Bacteriën zijn eencellig. Ze bestaan maar uit 1 cel.

Ook schimmels, planten en dieren kunnen eencellig zijn, zoals gist, boomalg en het pantoffeldiertje. 

Slide 15 - Slide

De cellen van organismen verschillen in grootte. 
Een bacteriecel is veel kleiner dan de meeste cellen van schimmels, planten en dieren. Daarom heb je een elektronenmicroscoop nodig om bacteriën 
goed te kunnen zien. 

De grootte in verhouding tot de cellen van 
andere organismen noem je relatieve grootte. 

Slide 16 - Slide

Indeling van organismen in steeds kleinere groepen
Door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken kun je organismen verder indelen in steeds kleinere groepen. 

Slide 17 - Slide

Ga aan de slag met huiswerk = 

thema 4
basisstof 4.2
opdracht 1 t/m 7, 
waarvan 5 in je papieren boek

Slide 18 - Slide