grammatica les 2

Wat is een wederkerend
werkwoord?
1 / 13
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is een wederkerend
werkwoord?

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Het wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord. Voorbeelden van wederkerende werkwoorden: zich schamen, zich ergeren, zich vergissen. Het zijn dus werkwoorden in combinatie met het woordje zich. Sommige werkwoorden zijn altijd wederkerend en sommige werkwoorden zijn soms wederkerend zoals het werkwoord: wassen.
• Ik was me. (wederkerend)
• Ik was. (niet wederkerend)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Ik herhaal de persoonsvorm (pv), het werkwoordelijk gezegde (wg), het onderwerp (ond.), en het lijdend voorwerp (lv.).
Ik leer het wederkerend werkwoord te benoemen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Naty
heeft
zijn brood
gesmeerd

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Ik
heb
een boek
gekocht.
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
persoonsvorm

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Mijn moeder

geeft

mij
een glas ranja
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
meewerkend voorwerp
lijdend
voorwerp

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Welk werkwoord is een verplicht wederkerend werkwoord?
A
vertragen
B
verspreken
C
vertrouwen
D
vervangen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is dit werkwoord wederkerend?
bemoeien
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Het werkwoord is: zich bemoeien.
- Bemoei je met je eigen zaken.
- Ouders bemoeien zich met de opvoeding van hun kinderen.
Wat is een wederkerend werkwoord?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
maken tot en met opdracht 12.

Neem altijd je leerwerkboek, een schrift, een etui, een leesboek en je I pad mee.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

oefenen met wederkerende werkwoorden
1. Ik schaam me.
2: Hij ergert zich.
3: Zij wast zich.
4: Je bezeert je.
5: Ik bemoei me met jouw zaken.
6: Zij vragen zich af wat jij hier doet.
7: Wij spannen ons erg in.
8: Zij vergist zich nooit.
9: Hij heeft zich gestoten.
10: Ik heb me verbrand.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions