Oefentoets 9.1 & 10.1 t/m 10.4

Oefentoets 9.1 & 10.1 t/m 10.4
Niet te vergelijken met het proefwerk, wel een fijne manier om nog het een en ander te herhalen!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Oefentoets 9.1 & 10.1 t/m 10.4
Niet te vergelijken met het proefwerk, wel een fijne manier om nog het een en ander te herhalen!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wiet is een bewustzijnsveranderende drug.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Drugs kunnen ingeademd, opgesnoven, ingespoten of gedronken worden. In alle gevallen komen de drugs in het bloed terecht. Op welk orgaanstelsel werken drugs vooral?
A
Adehmalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Uitscheidingsstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Drugs kunnen verschillende werkingen hebben.
Welk type drugs verandert je waarnemingen?
A
Verdovende middelen
B
Stimulerende middelen
C
Bewustzijnveranderende middelen

Slide 4 - Quiz

Controlevraag over de uitleg die ik net gegeven heb: snapt de leerling het / heeft de leerling opgelet? Timer zodat leerlingen niet op elkaar aan het wachten zijn.
Wat is een voorbeeld van een stimulerende drugs?
A
Tabak
B
Alcohol
C
Cocaïne
D
Wiet

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Drugs kunnen verschillende werkingen hebben.
Welk type drugs vertraagt je reactievermogen?
A
Verdovende middelen
B
Stimulerende middelen
C
Bewustzijnveranderende middelen

Slide 6 - Quiz

Controlevraag over de uitleg die ik net gegeven heb: snapt de leerling het / heeft de leerling opgelet? Timer zodat leerlingen niet op elkaar aan het wachten zijn.
Wat is alcohol voor stof?
A
Een stimulerend middel
B
een verdovend middel
C
Een bewustzijnsveranderend middel
D
Een laxeermiddel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het gebruik van drugs is gevaarlijk in het verkeer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Joran is gestopt met roken, maar hij mist de momenten dat hij gezellig samen met zijn collega's buiten stond te roken. Als hij z'n collega's naar buiten ziet gaan, kan hij het niet laten om mee te lopen en toch weer een sigaret op te steken. Op wat voor een manier is hij afhankelijk van de sigaret?
A
lichamelijk
B
geestelijk
C
sociaal

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Carla heeft drugs gebruikt. Ze voelt zich eventjes heel lekker, haar rugpijn is weg gegaan en de wereld ziet er zo mooi gekleurd uit. Elk muzieknummer vindt ze ineens schitterend.
Wat voor een soort middel heeft ze gebruikt?
A
verdovend
B
stimulerend
C
bewustzijnveranderend
D
zowel verdovend als bewustzijnveranderend

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit waarom rokers vaak een hogere bloeddruk hebben

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wanneer ben je verslaafd?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Penis en balzak
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Hormoonklieren

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Schaamhaar, okselhaar en meer zweet en talgklieren zijn:
A
Tertiaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken van de vrouw
C
Secundaire geslachtskenmerken van de man
D
Secundaire geslachtskenmerken van beide geslachten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In de puberteit worden meisjes vruchtbaar.
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

wie zitten er eerder in de puberteit?

A
jongens
B
meisjes

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Primaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit?
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

In je puberteit heb je soms depressieve gedachten dat is
................. gezondheid

A
lichamelijke
B
geestelijke
C
sociale

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Het is normaal dat je tijdens de puberteit vaker moet huilen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is een jongen geslachtsrijp?
A
Altijd
B
Meteen vanaf de puberteit
C
Na de eerste zaadlozing

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

welk hormoon zorgt voor de groeispurt tijdens de puberteit
A
hypofyse
B
groeihormoon
C
oestrogeen
D
geslachtshormoon

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De borsten (cup B) van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Een orgasme komt tot stand door: (kies het beste antwoord uit)
A
Zoenen, vrijen, knuffelen en strelen
B
Prikkelen van eikel of clitoris
C
Geslachtsgemeen-schap hebben
D
Een zaadlozing

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Als een man nu eens een seksuele relatie heeft met een man en dan weer met een vrouw, dan is hij …..seksueel
A
Hetero
B
Homo
C
Bi
D
Trans

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Geef de naam van nummer 3

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Geef de naam van nummer 4

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Geef de naam van nummer 7

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Geef de naam van nummer 14

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Geef de functie van nummer 8

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Geef de functie van nummer 12

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Welke van onderstaande antwoorden zijn voorbeelden van geestelijke ontwikkelingen?
A
leren praten, leren schrijven, veroudering van de huid.
B
leren praten, leren schrijven, gezichten leren herkennen.
C
zwaarder worden, meer spieren, verdwijnen van kraakbeen uit bot, leren schrijven.
D
zwaarder worden, meer spieren, verdwijnen van kraakbeen uit bot, veroudering van de huid.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Is in de afbeelding een voorbeeld van een primair of een secundair geslachtskenmerk te zien?
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft genderdysforie?
A
Transgender
B
Travestiet
C
Transseksueel

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Moet je SOA's behandelen?
A
Nee, die gaan vanzelf weg
B
Nee, die zijn niet zo ernstig
C
Ja, anders kan je onvruchtbaar worden
D
Ja, anders krijg je AIDS

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Gaat het hier om een waarde of een norm? Marieke heeft respect voor ouderen. Leg je antwoord uit.

Slide 39 - Open question

This item has no instructions