Voorbereiden BGER eindfasetoets gevorderd PMK

Voorbereiden BGER eindfasetoets gevorderd PMK
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Voorbereiden BGER eindfasetoets gevorderd PMK

Slide 1 - Slide

Feedback is:
A
een terugkoppeling geven.
B
vertellen wat de ander niet goed doet.
C
iets wat je alleen geeft aan je collega's.

Slide 2 - Quiz

Het is opbouwend, met de bedoeling dat jij of de ander er iets van leert.

We hebben het hier over:
A
kritiek
B
negatieve feedback
C
feedback
D
positieve kritiek

Slide 3 - Quiz

Kim heeft een conflict met een medestudent. Ze loopt weg zonder iets te zeggen.

Dit is een voorbeeld van:
A
effectieve conflicthantering
B
niet- effectieve conflicthantering

Slide 4 - Quiz


Raoul heeft een conflict met een collega. Hij benoemt dit en geeft aan dat hij graag samen een oplossing wil zoeken.

Dit is een voorbeeld van:
A
effectieve conflicthantering
B
niet- effectieve conflicthantering

Slide 5 - Quiz

Het normale hechtingsproces bestaat uit de volgende fasen:
- Gericht op iedereen die het kind verzorgt.
- Voorkeur voor één of enkele opvoeders.
- Sterke voorkeur voor één hechtingsfiguur.
- Afname scheidingsangst.
- Afname hechtingsgedrag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste betekenis van "het bieden van sensitieve- responsiviteit"?
A
De PM'er moet signalen van het kind herkennen.
B
De PM'er moet reageren op het kind.
C
De PM'er moet signalen van het kind herkennen en hier passend op reageren.
D
De PM'er moet signalen van het kind herkennen en hier op reageren.

Slide 7 - Quiz

Wie heeft het begrip "zone van naaste ontwikkeling" bedacht?
A
Piaget
B
Vygotsky

Slide 8 - Quiz

De zone van naaste ontwikkeling is het aanspreken van het kind op een niveau dat net binnen bereik is van wat een kind zonder hulp kan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Hanane wil met Luis van 3,5 jaar woorden gaan lezen en schrijven.

Dit ligt waarschijnlijk binnen zijn belevingswereld.
A
Juis
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Wanneer we spreken over diversiteit, hebben we het over:
A
culturele diversiteit.
B
verschillende vormen van diversiteit.

Slide 11 - Quiz

Een belangrijk doel van een VVE- programma is:
A
het voorbereiden van peuters op de basisschool.
B
het voorbereiden van jongeren op een vervolgstudie.
C
het bevorderen van peuters met een (mogelijke) taalachterstand op de basisschool.
D
het voorbereiden van jongeren met een taalachterstand op een vervolgstudie.

Slide 12 - Quiz

Wat zijn VVE-programma's?
A
Kaleidoscoop
B
Piramide
C
Uk & Puk
D
Lammetjes

Slide 13 - Quiz

Bij welke visie past dit materiaal het best?
A
Rudolf Steiner
B
Maria Montessori

Slide 14 - Quiz

Dit zijn de stappen van het observatieplan:
1: aanleiding
2: achtergrondgegevens
3: observatiedoel/ -vraag
4: observatiemethode
5: observatiehulpmiddelen
6: observatiemoment
7: manier van rapporteren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Volkorenbrood hoort in de Schijf van Vijf bij:
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Paars

Slide 16 - Quiz

Elke dag voor het fruitmoment een liedje zingen, is een voorbeeld van:
A
een regel.
B
een ritueel.

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de voorwaarden voor zindelijkheidtraining?
A
Het kind moet er lichamelijk aan toe zijn.
B
Het kind moet er interesse in tonen.
C
Het kind geeft signalen aan.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 18 - Quiz

De PM'ers merken dat Tim het moeilijk vindt om aansluiting te vinden met andere kinderen.

Dit kunnen zij het best bespreken tijdens:
A
het overdrachtsmoment.
B
een zitgesprek.

Slide 19 - Quiz

Elke dag gaan de kinderen van KDV het Kikkertje na het fruitmoment buitenspelen.

Dit is een voorbeeld van:
A
een ritueel.
B
een ritme.

Slide 20 - Quiz

Voordat de kinderen van KDV het Kikkertje gaan buitenspelen, zingen zij altijd hetzelfde liedje.

Dit is een voorbeeld van:
A
een ritueel.
B
een ritme.

Slide 21 - Quiz

AVG betekent:
A
Algemene Verordening Gegevensbescherming
B
Algemene Verordening Geschillen

Slide 22 - Quiz

AVG zorgt ervoor dat mensen meer privacyrechten hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Wat heb je nodig om goed te kunnen samenwerken?
A
Je moet sub- assertief zijn en feedback kunnen geven en ontvangen.
B
Je assertief zijn en feedback kunnen geven.
C
Je moet assertief zijn, en feedback kunnen geven en ontvangen.
D
Je moet assertief zijn en feedback kunnen ontvangen.

Slide 24 - Quiz

Op KDV het Kikkertje wordt ouders gevraagd om mee te doen met de themamiddag.

Dit is een voorbeeld van:
A
Ouderbetrokkenheid
B
Ouderparticipatie

Slide 25 - Quiz