Les 1 Lezen H3

Welkom! Fijn dat jullie er weer zijn!
Jas: Kapstok
Telefoon: Koffer
Op tafel: Laptop (dicht) en leesfragment.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! Fijn dat jullie er weer zijn!
Jas: Kapstok
Telefoon: Koffer
Op tafel: Laptop (dicht) en leesfragment.

Slide 1 - Slide

Vandaag:
  • samen lezen (8 min.)
  • lesdoel
  • korte instructie
  • zelfstandig werken
  • evaluatie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

LESDOEL
Aan het eind van de les kan ik opsommingen en tegenstellingen herkennen, onder andere aan signaalwoorden.

Slide 4 - Slide

Instructie
Wie kan mij vertellen wat het woord 'verband' betekent in de zin: "In teksten houden zinnen en alinea's verband met elkaar"

Slide 5 - Slide

Instructie
Het betekent dus dat zinnen en alinea's iets met elkaar te maken hebben. In een tekst kan je daarom altijd signaalwoorden terugvinden. Deze woorden laten jou zien met wel (tekst)verband je te maken hebt. Ze helpen jou om de tekst beter te begrijpen. 

Slide 6 - Slide

Instructie
Er zijn veel verschillende soorten verbanden. Deze les starten we met twee verbanden. 
1. het verband 'opsomming'. 
Deze herken je aan woorden als: ten eerste, ook(nog), om te beginnen, verder, tenslotte, en. Je kan een opsomming ook herkennen aan streepjes (-), dots (.), getallen (1, 2, 3, ) of een dubbele punt (:)

Slide 7 - Slide

Instructie
Bijvoorbeeld:

Voor een feestje heb je nodig: versiering, muziek, lekkere hapjes en drankjes en vooral gezellige mensen!

Slide 8 - Slide

Instructie
2. het verband "tegenstelling".
Deze herken je aan signaalwoorden zoals: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant. 
Voorbeeld:
Die rode auto is ontzettend mooi, maar de blauwe is wel sneller. 

Slide 9 - Slide

Instructie
Tijdens jullie eindexamen wordt er vaak gevraagd naar verbanden en signaalwoorden. Hier kun je vooral je voordeel mee doen als je nu al goed leert en begrijpt welke signaalwoorden er bij de verschillende verbanden horen. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Toepassen
Je gaat naar: Nieuw Nederlands - Hoofdstuk 3 - Lezen - verbanden en signaalwoorden (1)
Deze les maak je de startopdracht, opdracht 1 en opdracht 2 helemaal af. 

Slide 12 - Slide

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Evaluatie
Bij welk verband hoor het signaalwoord 'hoewel' ?
Kan je een voorbeeld geven?

Alle opdrachten afgekregen? Niet af, dan huiswerk voor de volgende keer. 

Slide 14 - Slide

Doei doei!

Slide 15 - Slide