Steden - 2.3: De stad verandert

• Aardrijkskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Zie slide

Je weet waar verstedelijking in een stad voorkomt.

Je kent de opbouw van een westerse en een niet-westerse stad.

Je kan met een kaart/model de opbouw van Amerikaanse stad beschrijven.

Instructie middels LessonUp

Aardrijkskunde

Maken opdracht 1 t/m 7 (werkboek blz. 40-41)

Hoe ging het?

Wat heb je geleerd?

Was het moeilijk - makkelijk?

Indien nodig: afmaken van de opdrachten

Vorige les

Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.

Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.

Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.

Leerdoel van deze les

Je weet waar verstedelijking in een stad voorkomt.

Je kan met een kaart/model de opbouw van Amerikaanse stad beschrijven.

Je kent de opbouw van een westerse en een niet-westerse stad.

Verstedelijking in de stad

https://schooltv.nl/video-item/het-ontstaan-en-de-inrichting-van-nederland-stedelijke-wederopbouw-en-suburbanisatie

Suburbanisatie

Dus:  Na WO2 veel mensen die vanuit de grote (verpauperde) stad naar kleine dorpjes verhuisden. Of dat er nieuwe wijken tegen de grote stad worden geplaatst ("randsteden")

Gentrification

Als woonwijken verbetert worden door de eigen bevolking, wordt dit gentrification genoemd.

Opbouw van de stad

Amerikaanse stad

Suburbanisatie is duidelijk te zien.

Dure buitenwijken: suburbs

CBD: Central Business District

Oude woonwijken vooral dicht bij CBD

Europese stad

Vergelijkbaar met Amerikaanse stad. Wel historische binnenstad.

Hoe meer in het centrum, hoe ouder de woonwijk.

Niet-westerse stad

Weinig/geen planning, daardoor chaotische opbouw.

WEL: - een/meer CBD

- industrieterreinen verspreid

- villawijken met hoge hekken

- krottenwijken overal waar plaats is

Conclusie

Hoe hoger de welvaart, hoe meer hoger de verstedelijkingsgraad en hoe lager het verstedelijkingstempo

dus: rijk land, grote steden, weinig groei en andersom

Vragen? :-)

Aan de slag:

LB blz 34-35

WB blz 40-41

Maak nu opdracht: 1 t/m 7

Klaar? overleg

Huiswerk: afmaken van de opdrachten

Lesafsluiting

Hoe ging het?

Wat heb je geleerd?

Was het moeilijk - makkelijk?

Is er huiswerk?