8e examentraining 3F 2.3 Betogende teksten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Centraal examen Lezen & Luisteren 3F

Wat gaan we vandaag doen?

• Nieuwe theorie: 2.3 beschouwende en bogende teksten lezen 3F.
• Klassikaal oefenen: luisteren naar een beschouwende/betogende tekst.
• Zelfstandig aan de slag met betogende teksten lezen + Examensprint.

 2.3 betogende teksten beluisteren

Klassikaal:

Luisteropdracht Extra luisteropdracht 3

Je krijgt de vragen op papier.

Je beantwoord ze straks via LessonUp

We luisteren/kijken naar de video

A. Wat maakt Urk volgens hem ongeschikt als locatie voor een windmolenpark?

1. Er zijn andere bewoonde plekken in Nederland die interessanter zijn.
2. In Urk wonen mensen en die ergeren zich aan het uitzicht op windmolens.
3. De windmolens leveren voor 160.00 huishoudens, maar zoveel wonen er niet op Urk.

B. Waarom gebruikt minister Kamp de Rijkscoördinatieregeling bij de beslissing over de aanleg van grote windmolenparken?

C. Wat hoopt Co Lambert, wethouder Aa en Hunze, te bereiken met het aanspannen van een kort geding tegen de minister?

D. In de reportage komt een aantal inwoners van Urk aan het woord.
Hoe kun je de stemming onder de mannen die met een fiets lopen het best beschrijven?

1. berustend
2. angstig
3. geschokt
4. woedend

E. Wat is de mening van Anne de Groot, directeur Windmolenpark Westermeerwind, over de bouw van het windmolenpark?

1. Hij vindt het een goede manier om grootschalig veel energie op te wekken.
2. Hij begrijpt de discussie die er is en is zelf niet enthousiast over windenergie.
3. Zijn mening komt in dit fragment net aan bod.

F. Wat is de mening van de twee mannen die geïnterviewd worden in het café?

1. De ene man is tegen de komt van de windmolens, de andere is voor het plan.
2. Ze zijn allebei voor de komst van windmolens.
3. Ze zijn allebei tegen de komst van windmolens.

G. Met welke twee uitspraken zullen zowel Leen van Loosen als Co Lambert het volgens deze reportage eens zijn?

1. We hebben onvoldoende inspraak.
2. We willen beslist geen windmolenpark in onze gemeente.
3. We vinden de aangewezen locatie ongeschikt.
4. We blijven strijden om inspraak te krijgen.

H. Wat is het doel van deze reportage?

1. De kijkers een eigen mening ............ windmolenparken.
2. De kijkers informeren ....... windmolenparken.
3. Kijkers overtuigen .... misbruik ... Rijks-coördinatieregel.

Ga verder met oefenen in:

- FACET

- examensprint