11-05-23 - Tiere - les 2 luistervaardigheid

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen!

Was machen wir heute?

• Einleitung: neues Thema
• Die Lernziele dieser Stunde

• Vorkenntnisse besprechen
• Selbständig arbeiten
• Lernziele checken + Abschluss der Stunde

Afspraak inhaalopdrachten/toetsen

Lucas: PO "der-die-das"

Mark H: PO "der-die-das"

Sten: SO Lernliste Kapitel 2

Jalinde: toets Kapitel 3 (15-08-23)

Einleitung: neues Thema

Kapitel 4: Tiere

Lernziele (Leerdoelen):

• Je kunt dieren beschrijven.
• Je kunt over je huisdier of lievelingsdier
    vertellen.

Die Lernziele dieser Stunde

Lernziele (Leerdoelen):

• Ik kan een fragment in het Duits over wolven begrijpen;
• Ik heb de woordenschat die nodig is om het fragment te begrijpen;
• Ik kan ongeveer 8 minuten geconcentreerd naar een filmpje kijken en luisteren;
• Ik blijf doorluisteren, ook al begrijp ik een woord/meerdere woorden niet.

Eens of oneens?
Voor de wolf is in Nederland geen plek.

1. Eens
2. Oneens

Vorkenntnisse besprechen

Welche deutsche Wörter zum Thema kennt ihr schon?

1. die Wölfe
2. die Hünde
3. die Wolven

Je krijgt nu een sleepvraag...

In deze vraag gaat het om woorden, die in het filmfragment terugkomen.

Angst haben

leeftijd

ouders

bang zijn

eten geven

dagelijks

opgevoed

gevaarlijk

uitbreiden

roedel

Eltern

gefährlich

Rudel

gejagt 

ausbreiten

großgezogen 

täglich 

füttern 

Alter

opgejaagd

Wir haben die Wölfe hier mit der Flasche  großgezogen = Wij hebben de wolven hier met de fles opgevoed.

Die Menschen sollen keine Angst für den Wolf haben. = De mensen moeten niet bang zijn voor de wolf.

Sind die Wölfe gefährlich? = Zijn de wolven gevaarlijk?

Früher wurden die Wölfe gejagt. = Vroeger werden de wolven opgejaagd.

Die Wölfe leben in einem Rudel. = De wolven leven in een roedel.

ausbreiten - Der Wolf breitet sich wieder in Deutschland aus.

Man soll die Wölfe in der freihen Wildbahn nicht füttern. = Men moet de wolven in het wild geen eten geven.

Der Wolf ist 5 Jahre alt. Das Alter ist also 5. De wolf is 5 jaar oud. De leeftijd is dus 5.

Die Wölfe bekommen täglich Futter.

De wolven krijgen dagelijks te eten.

Jetzt sehen wir uns den Fragment an!

We gaan nu kijken/luisteren naar het fragment.

Buch: Seite 102

Nach Frage 1: Pause

Dann keine Pause mehr

Die Lernziele dieser Stunde

Lernziele (Leerdoelen):

• Ik kan een fragment in het Duits over wolven begrijpen;
• Ik heb de woordenschat die nodig is om het fragment te begrijpen;
• Ik kan ongeveer 8 minuten geconcentreerd naar een filmpje kijken en luisteren;
• Ik blijf doorluisteren, ook al begrijp ik een woord/meerdere woorden niet.

Instruktion

3 oder mehr Fehler? --> Zusammen noch mal üben

Anders: Aufgabe 2-3

Dann fertig? Lernen Lernliste A (D-N): Seite 132

Hausaufgaben: 

B Wortschatz: Aufgabe 4 t/ 8 Seite 104 t/m 106

Lernen: Lernliste A + B t/m "de slang" Seite 132

Die Lernziele checken

Lernziele (Leerdoelen):

• Ik kan een fragment in het Duits over wolven begrijpen;
• Ik heb de woordenschat die nodig is om het fragment te begrijpen;
• Ik kan ongeveer 8 minuten geconcentreerd naar een filmpje kijken en luisteren;
• Ik blijf doorluisteren, ook al begrijp ik een woord/meerdere woorden niet.

Ik kon het fragment over de wolven goed verstaan/begrijpen.

1. Eens
2. Beetje mee eens
3. Beetje mee oneens
4. Oneens

Ik kon mijn concentratie gedurende 8 minuten vasthouden.

1. Eens
2. Beetje mee eens
3. Beetje mee oneens
4. Oneens

Ik bleef doorluisteren, ook al begreep ik sommige woorden niet.

1. Eens
2. Beetje mee eens
3. Beetje mee oneens
4. Oneens