Sinterklaas - 2022

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

column

Slide 2 - Slide

Kenmerken column
Een column verschijnt regelmatig in tijdschriften en kranten (kranten hebben vaak vaste columnisten).

Een column is kort. Iedere zin is dus van belang. De eerste en de laatste zin in het bijzonder.  

De schrijver zorgt dat de lezer meteen geprikkeld wordt door een pakkende openingszin

Slide 3 - Slide

Kenmerken column
De schrijver valt met de deur in huis door te beginnen met hét speerpunt van zijn tekst. 

Dit verpakt hij pakkend en origineel.  

In het slot wordt zijn boodschap of mening duidelijk. Hij sluit af met een knallende slotzin.

De schrijver sluit aan bij de actualiteit.

Slide 4 - Slide

Kenmerken column
Een column heeft meerdere tekstdoelen: informeren, overtuigen, amuseren en opiniëren. 

Het laatste doel is het meest belangrijk.

De schrijver neemt een standpunt in en daagt zijn lezer uit.  De schrijver formuleert zijn mening scherp en met humor


Slide 5 - Slide

Kenmerken column
De schrijver laat de lezer de tekst zien, horen, voelen en ruiken
Hij schrijft in korte, krachtige zinnen.

Hij maakt zijn tekst aantrekkelijk met minder voor de hand liggende woorden of schrijft beeldend.  


Kortom: hij kiest voor creatief taalgebruik, stijlfiguren, beeldspraak en humor. Hij maakt gebeurtenissen dramatischer dan ze in werkelijkheid zijn.  

Slide 6 - Slide

Opdracht
Lees de column




Slide 7 - Slide

Noteer je eerste indruk

Slide 8 - Open question

Opdracht
Een illustratie bij een tekst kan het standpunt dat in de tekst wordt ingenomen sterker of zwakker maken. Bekijk de volgende cartoon en geef aan of deze het standpunt van de auteur van de column versterkt of verzwakt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Versterkt of verzwakt de cartoon de inhoud van de column?
versterkt
verzwakt

Slide 11 - Poll